Voedingsbedrijven hebben het ingrediënt zonnebloemolie massaal vervangen door koolzaadolie. Dat meldt de FOD Economie. Door de oorlog in Oekraïne ontstond er een tekort aan zonnebloemolie, een belangrijk ingrediënt in heel wat bewerkte voedingsproducten.
Oekraïne en Rusland produceren samen zowat 60 procent van 's werelds zonnebloempitten en -olie. Al heel snel na de start van de oorlog - eind februari - werd duidelijk dat de aanvoer van zonnebloemolie begon te stokken, met grote prijsstijgingen en een rush op alternatieven (palmolie, kool- en raapzaadolie...) tot gevolg. Producenten moeten daarom nu soms noodgedwongen de samenstelling van hun producten wijzigen.
Als consument zul je dat niet altijd op het etiket merken, niet elk bedrijf heeft de etiketten van hun producten al aangepast. Op zich is dat geen groot probleem. De FOD Economie heeft sinds begin mei een uitzonderingsprocedure voor zonnebloemolie. Bedrijven mogen hun producten blijven verkopen zonder het etiket aan te passen, op voorwaarde dat ze de klant op een alternatieve manier informeren.
De uitzonderingsmaatregel zal "heel waarschijnlijk" verlengd worden na 3 november. Er zijn dan wel positieve signalen over de zonnebloemoogst in Europa, het conflict in Oekraïne blijft nog altijd duren. Sommige bedrijven hebben ook allergenen als soja (sojalecithine) of pinda (arachideolie) ingezet als mogelijke alternatieven voor zonnebloemproducten. In dat geval geldt de uitzondering op de etikettering niet.
De FOD Economie sluit bovendien niet uit dat er nog uitzonderingsprocedures zullen komen voor andere producten. "We zien signalen in Duitsland en Nederland over een tekort aan maïszetmeel. En we maken ons ook zorgen over rood fruit, dat voor 80 procent uit Oekraïne komt", zegt Henk De Pauw van de FOD Economie aan persagentschap Belga.
0 件のコメント:
コメントを投稿