De overheid gebruikt informatie van immosites om na te gaan of het kadastraal inkomen van woningen nog in lijn is met de realiteit. Dat schrijft Het Laatste Nieuws en is ons bevestigd. Als bijvoorbeeld in een advertentie staat dat een woning een badkamer heeft en die staat niet aangegeven bij het kadaster, dan kan de fiscus een herschatting maken van het kadastraal inkomen. Daardoor kan de onroerende voorheffing, de jaarlijkse belasting op een woning, verhogen.
De fiscus gebruikt informatie en foto's van immosites en andere onlineplatformen om na te gaan of het kadastraal inkomen (KI) van woningen nog up-to-date is. Francis Adyns van de overheidsdienst Financiën zegt dat immosites niet systematisch worden gecontroleerd, maar het gebeurt wel.
"Het begint allemaal bij een spontane aangifte bij verbouwingen. Als die aangifte niet correct is, zijn alle bewijsmogelijkheden voor de FOD Financiën goed", legt Adyns uit.
"We voeren controles steekproefgewijs uit, of als we onregelmatigheden vermoeden. De manier waarop we controleren kan variëren: van terreinbezoeken tot digitale controles via interne en externe informatiebronnen."
Als op vastgoedsites de realiteit anders blijkt dan aangegeven, wordt het KI niet onmiddellijk aangepast. Er volgt eerst een plaatsbezoek. Adyns: "Want foto's op websites zeggen niet alles."
Een herziening kan huiseigenaars honderden euro's extra per jaar kosten. Wie bovendien geen aangifte bij de overheid deed en betrapt wordt, riskeert een boete die tot 3.000 euro kan oplopen.
De onroerende voorheffing wordt berekend op het kadastraaI inkomen, de zogenoemde fictieve huurprijs van een woning. 80 tot 85 procent van de betaalde onroerende voorheffing gaat naar de gemeenten. Voor de gemeenten is die grondbelasting een belangrijke bron van inkomsten.
0 件のコメント:
コメントを投稿