Nederland, België, Duitsland en Denemarken hebben plannen gemaakt voor een gezamenlijk energienet op de Noordzee. In 2030 willen de vier landen er voor 65GW aan windmolens hebben staan en in 2050 moet dat oplopen tot minimaal 150GW. Dat is tien keer zoveel als nu.
De landen denken dat een capaciteit van 150GW aan windparken op zee nodig is om in 2050 de helft van alle benodigde energie op te wekken. De energieministers van de vier landen hebben in grote lijnen de plannen vastgelegd in een verklaring waarin ze de Noordzee de 'groene energiecentrale van Europa' noemen.
De vier landen hebben allemaal al windparken op zee en plannen om er meer te bouwen, maar die zijn nog niet met elkaar verbonden. Het plan is om in de toekomst energie-eilanden te maken waar de parken met elkaar verbonden worden om zo energie te kunnen uitwisselen. Op die manier zou de energie beter verdeeld kunnen worden, afhankelijk van waar het waait. Ook worden de energienetten van de vier landen hiermee op elkaar aangesloten, wat verdere uitwisseling van energie uit andere bronnen mogelijk maakt.
Denemarken en België gaan als eerste energie-eilanden maken en die met elkaar verbinden. Het Deense eiland wordt het grootst en moet tegen 2033 goed zijn voor het verwerken van 3GW aan energie uit offshorewindparken. Het plan is om later ook verbindingen naar Nederland en Duitsland te maken. Het energie-eiland moet uiterlijk in 2040 uitgebreid zijn tot een capaciteit van 10GW.
Capaciteit en productie - Vergelijkbaar met 104 kerncentrales
De doelstelling van 150GW aan windenergie op zee gaat over het opgestelde vermogen. 150GW komt overeen met bijvoorbeeld 10.000 windmolens met een capaciteit van 15MW. De grootste offshoreturbines hebben op dit moment een capaciteit van 11MW, maar dat neemt in de komende jaren toe.
Omdat de wind niet altijd waait, hebben windparken geen rendement van 100 procent. In de praktijk leveren windparken in de Noordzee bij Nederland per jaar 4,3GWh per MW op. Dat is een rendement van zo'n 49 procent. 150GW zou daarmee goed zijn voor 645TWh per jaar. Dat is net zoveel als de energieproductie van de 104 Europese kerncentrales in 2020. De productie is daarmee goed voor de jaarlijkse energievoorziening van 215 miljoen huishoudens met een energiegebruik van 3000kWh per jaar.
Waterstof en zonne-energie op zee
Nederland en Denemarken gaan volgens de plannen ook onderzoek doen naar de offshoreproductie van groene waterstof. Door windenergie om te zetten in waterstof is het mogelijk om de energie op te slaan. Die omzetting zou op een energie-eiland kunnen plaatsvinden. Ook zeggen de landen dat ze gaan kijken naar de mogelijkheden om zonnepanelen te plaatsen tussen de windmolens op zee.
In de verklaring zijn strategische doelen vastgelegd en de vier landen hebben afgesproken ieder een team van experts onderzoek te laten doen naar hoe die doelen het beste behaald kunnen worden. De voorlopige resultaten van die onderzoeken moeten binnen een jaar gepresenteerd worden.
Het doel van Nederland om in 2030 een capaciteit van 21GW aan windparken op zee te hebben, is niet gewijzigd. Dat is al een flinke verhoging ten opzichte van het oorspronkelijke plan van 11GW. In maart dit jaar werd dat verhoogd naar 21GW. Tweakers schreef een achtergrondartikel over megaturbines en de toekomst van windparken op zee, met meer details over de plannen van Nederland.
Windparken in Noordzee | ||||
Land | Huidige capaciteit | Capaciteit 2030 | Capaciteit 2040 | Capaciteit 2050 |
Nederland | 2,5GW | 21GW | Tot 38GW | 38 tot 72GW |
België | 2,3GW | 5,8GW | 8GW | Nnb |
Duitsland | 7,7GW | Minimaal 30GW | 40GW | 70GW of meer |
Denemarken | 2,3GW | Minimaal 10GW | Nnb | 35GW of meer |
Totaal | Ca. 15GW | Ca. 67GW | Ca. 80-100GW | 150GW of meer |
0 件のコメント:
コメントを投稿