Het huiswerk van Proximus en zijn Zweedse partner EQT om de uitrol van glasvezel in Vlaanderen te versnellen, is af. De joint venture die daarvoor opgericht werd, Fiberklaar, mikt op 300.000 huishoudens per jaar.
Boutin is een man van partnerschappen en gaf toen bij de aankondiging al aan voor die ambitie te leunen op twee externe partners, telkens in een joint venture. Proximus krijgt nu als eerste groen licht voor het samenwerkingsverband met de partner in Vlaanderen, het Zweedse investeringsfonds EQT. De Europese autoriteiten zien geen graten in de krachtenbundeling, waardoor die commercieel uit de startblokken kan schieten. Voor Wallonië, waar Proximus samenwerkt met Eurofiber, is er meer tijd nodig.
Fiberklaar
In Vlaanderen houden Proximus en EQT na het groen licht samen het bedrijf Fiberklaar boven de doopvont. Dat moet tegen 2028 1,5 miljoen Vlaamse gezinnen bereiken. Met die inspanning gaat een investering van 2,5 miljard euro gepaard. Voor Proximus is het een grote brok van de verglazingsambities. Het bedrijf verglaast op eigen kracht 2 miljoen huishoudens, 1,5 miljoen extra huishoudens lopen dus via Fiberklaar. In Wallonië moet de daar nog te vormen joint venture de glasvezelkabel tot bij 500.000 gezinnen krijgen.
Fiberklaar moet jaarlijks zo'n 300.000 gezinnen aansluiten om zijn doel in 2028 te bereiken. 'Dat is toch de theorie, maar het zal de eerste jaren een beetje opbouw vragen', zegt Fiberklaar-CEO Rik Missault. Missault heeft uitgebreide telecomervaring, onder meer bij Alcatel-Lucent. Het bedrijf richt zich vooral op de kleinere steden, omdat Proximus zich met de eigen projecten al op de grootsteden toelegde. Het cijfer van 1,5 miljoen huishoudens gaat louter een eerste fase tot 2028, daarna is meer mogelijk.
Aansluitingskosten
Om te bepalen waar Fiberklaar zal beginnen, huldigt het bedrijf het principe van 'demand bundling' dat in het buitenland al goed ingeburgerd is. Dat komt erop neer dat het bedrijf pas kabels begint te trekken als in een bepaalde stad of regio een drempel van geïnteresseerden is. 'We kijken naar regio's die interessant zijn, ook qua demografie, en gaan in gesprek met het stadsbestuur. Tegelijk organiseren we momenten om mensen te overtuigen in te tekenen op het concrete aanbod van providers.'
Het is beter één goed glasvezelnet te hebben dan drie halve.
Fiberklaar legt de drempel op 20 procent van de mensen die overtuigd moeten zijn. Een element dat mensen over de streep moet trekken, is de gratis activatie. Fiberklaar laat, als het mensen voor het eerst aanbiedt in te stappen, de kosten om de woning aan te sluiten op het glasvezelnet vallen. 'Die kosten, die neerkomen op zo'n 500 euro, rekenen we in normale tijden door naar de operatoren zelf.'
Ondanks dat toemaatje verwacht Missault dat overtuigingskracht nodig zal zijn. 'Al stapt uiteindelijk 70 procent wel over naar glasvezel.'
Open netwerk
Het glasvezelnet is, ondanks de betrokkenheid van Proximus, een 'open netwerk'. Ook andere operatoren kunnen met andere woorden hun diensten aanbieden via het net. Missault reikt expliciet de hand naar andere infrastructuurspelers en operatoren. 'Het is beter één goed glasvezelnet te hebben dan drie halve.' In Vlaanderen is ook de netbeheerder Fluvius in de weer met glasvezel, in een proefproject in vijf steden en gemeenten. De telecomoperator Orange Belgium bood al zijn diensten aan via het Fluvius-net.
De versnelling van de uitrol van glasvezel door Fiberklaar moet België ook beter op de Europese glasvezelkaart zetten. Ons land heeft volgens Fiberklaar maar een glasvezeldekking van 8 procent. Dat staat in schril contrast met het Europese gemiddelde, dat volgens de FTTH Council Europe rond 40 procent schommelt. In sommige landen, zoals Letland, Litouwen en Noorwegen, piekt de dekking zelfs boven 90 procent. België is, mede door zijn achterstand, wel een van de snelste groeiers in glasvezelland.
0 件のコメント:
コメントを投稿