2023年1月13日金曜日

Waar zitten de angels in het akkoord over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3? - VRT.be

De federale regering heeft een akkoord gesloten met Engie-Electrabel om voorbereidende studies op te starten over de levensduurverlenging van de kernreactoren Doel 4 en Tihange 3. De regering haalt daarmee een eerste slag thuis. Maar in die overeenkomst zitten enkele angels. Luc Pauwels, onze energiespecialist, stelde onder meer vast dat de kernreactoren subsidies zouden kunnen krijgen zoals de offshore windmolenparken. En het akkoord kan nog tot 30 juni worden afgeblazen.

Engie-Electrabel hervat onmiddellijk zijn voorbereidende studiewerk voor de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3, zo maakte premier Alexander De Croo (Open VLD) begin deze week bekend.

Dat engagement is onderdeel van de nieuwe overeenkomst die De Croo en minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) afgelopen maandag samen met de drie topmensen van Engie ondertekenden. De overeenkomst heet officieel “Heads of Terms and Commencement of LTO Studies Agreement”.

Eén bindende toezegging

Het is een overeenkomst die heel moeizaam tot stand is gekomen, want het vertrouwen tussen de twee partijen is niet groot. Elk woord in het document is dan ook uiterst zorgvuldig gekozen. “Heads of Terms”, bijvoorbeeld is een begrip uit het contractenrecht en zet al meteen de toon. 

Een Heads of Terms is een “niet-bindend document dat de hoofdlijnen uittekent voor een mogelijk verkoopscontract, partnerschap of ander akkoord”. Het is een tussenstap naar een finaal akkoord. En zolang dat akkoord niet is gefinaliseerd, is het niet wettelijk bindend. Op elke afspraak uit de overeenkomst kan dan ook worden teruggekomen.

Alleen de heropstart van de studies voor de levensduurverlenging ontsnapt daaraan. Dat engagement is dus wel bindend, zo staat in het document te lezen. Engie-Electrabel gaat akkoord om opnieuw mensen en middelen te activeren voor het studiewerk én schiet de kosten voor: de regering zal daar pas later een deel van moeten terugbetalen. Daarmee is dus echt de eerste concrete stap gezet om Doel 4 en Tihange 3 tien jaar langer te laten draaien.

Engie-Electrabel start met de voorbereidende studies en schiet de kosten daarvan zelfs voor

Engie koppelt aan dat engagement wel hoge eisen, want zoals bekend staat het bedrijf niet te trappelen om de kernreactoren te verlengen. Ondanks meerdere waarschuwingen van Engie, besliste de regering pas in maart 2022 om de kernreactoren te verlengen. 

Die beslissing had voor Engie al in 2020 moeten vallen, maar de regering was toen formeel: de twee reactoren moesten in 2025 onherroepelijk dicht. Toen de regering in maart plots van koers veranderde, was het te laat: een kernreactor voorbereiden op een levensduurverlenging neemt makkelijk vijf jaar in beslag: de reactoren zouden nooit in 2025 klaar kunnen zijn.

Drie moeilijke eisen

Toen de regering dit voorjaar toch naar Engie stapte, stelde het bedrijf dan ook drie moeilijke eisen. Engie wilde niet worden afgerekend op een heropstartdatum. Het schoof die datum overigens meteen op: van eind 2025 naar ten vroegste november 2026. Het zou alle middelen inzetten om de kernreactoren zo snel mogelijk klaar te hebben, maar kon geen spijkerharde garanties over een tijdige heropstart geven.

Bovendien wilde Engie de risico’s op zware financiële verliezen bij een levensduurverlenging zoveel mogelijk beperken. Engie eiste dat de Belgische staat mede-eigenaar zou worden van de twee kernreactoren. Bovendien vroeg de groep duidelijk een mechanisme om mogelijke verliezen van de kernreactoren te beperken. 

De eisen liggen moeilijk, maar de regering staat met de rug tegen de muur

Tot slot eiste Engie ook een maximumbedrag voor de kosten van de berging van het nucleaire afval en de afbraak van de kerncentrales. Dat kan een enorme impact hebben: het gaat over enorme bedragen, tientallen miljarden die het bedrijf zelf moet neertellen. Bedragen die bovendien om de drie jaar kunnen verhoogd worden omdat de regering nog altijd niet exact heeft beslist hoe het radioactieve afval precies moet worden geborgen. Het eindbedrag kan dus alle kanten uit. 

Die onzekerheid weegt op de beurskoers van het bedrijf. Het wilde er dan ook van af en eiste dat de regering een éénmalig maximumbedrag voor de berging en ontmanteling vastlegde, een bedrag waaraan niet meer kan worden getornd.

Die eisen lagen heel gevoelig bij de regering, maar ze stond met haar rug tegen de muur: zonder de twee kernreactoren dreigt het licht uit te vallen. Dat wil geen enkele politicus op zijn of haar geweten hebben.

Maximumbedrag voor berging

Tijdens de onderhandeling bleek vooral het maximumbedrag moeilijk te verteren. De regering vreesde namelijk dat de definitieve kosten voor de ontmanteling van de kerncentrales en berging van het afval veel hoger kunnen uitdraaien dan het geplafonneerde bedrag. Dan zou finaal de Belgische belastingbetaler voor die meerkosten moeten opdraaien.

Pogingen om Engie zijn eis te laten inslikken, draaiden op niets uit. Maar de regering haalde wel iets binnen: zo zullen de kosten voor de afbraak van de kernreactoren niet onder het maximumbedrag vallen. Engie zal daarvoor de reële kostprijs betalen, zelfs indien die verder oploopt. De miljarden voor de ontmanteling kunnen dus door de regering nog worden opgetrokken.

De regering probeerde onder het maximumbedrag uit te raken, maar dat lukte niet

Maar het grootste bedrag dat is bestemd voor de berging van het nucleaire afval, zal dus wel worden begrensd. De regering kwam wel overeen met Engie dat ze het bedrag mag opsplitsen in twee delen. 

In april 2024, wanneer Europa het akkoord hopelijk finaal zal hebben goedgekeurd, zal Engie het eerste deel van het maximumbedrag kunnen volstorten. Het gaat over de kosten voor de berging van het hoog- en middelradioactief afval, goed voor zowat drie kwart van de totale prijskaartje. Eenmaal Engie dat bedrag gestort zal hebben, zal het daarna helemaal vrijgesteld zijn voor die kosten, hoe hoog de factuur ook later oploopt. Ter info: de werkzaamheden voor de berging van het afval kunnen ruim honderd jaar in beslag nemen.

Er zijn wel een paar voorwaarden verbonden aan het eerste deel van het maximumbedrag: Engie moet kunnen aantonen dat het de nodige inspanningen heeft gedaan om de kernreactoren tegen 2026 te kunnen heropstarten. Zo zal het onder meer zijn extra nucleaire brandstof moeten hebben besteld. Maar dan nog kan het dat de reactoren later opstarten en mag Engie daar niet op afgerekend worden.

Het tweede plafond voor de berging van het laagradioactief afval verkrijgt Engie pas wanneer de kernreactoren echt opnieuw van start gaan, hopelijk tegen november 2026. Hoe sneller Engie Doel 4 en Tihange 3 kan heropstarten, hoe sneller het zijn totale maximumplafond te pakken heeft. Daarmee lijkt de regering een wortel in handen te hebben om Engie aan te zetten tot spoed.

Een wortel die er geen is

Lijkt, want eigenlijk is het geen echte wortel. Op 1 november 2027 moet onze regering sowieso het plafond helemaal toekennen aan Engie, zelfs als de twee kernreactoren dan nog altijd niet zijn opgestart. 

Enkel als de regering kan bewijzen dat Engie door schuldig verzuim, onwil of obstructie (in het document verwoord als “Wilful Misconduct”) verantwoordelijk is voor die te late heropstart, kan ze het plafond intrekken. De bedragen die Engie dan heeft gestort worden niet langer bevroren: de regering kan ze om de drie jaar telkens opnieuw verhogen.

De regering moet kunnen bewijzen dat Engie van slechte wil is. Dat is aartsmoeilijk

Alleen… de regering moet echt kunnen bewijzen dat er “Wilful Misconduct” in het spel is. Dat is zeer moeilijk. Engie kan namelijk ook gewoon het slachtoffer zijn van overmacht: externe omstandigheden waar het geen greep op heeft en die de heropstart van de kerncentrales vertragen. Problemen in de aanvoerlijnen van de materialen, bijvoorbeeld, waardoor essentiële onderdelen van de kernreactoren niet tijdig geleverd kunnen worden. Of lockdowns, die het onmogelijk maken om bepaalde werken uit te voeren. Of een onderaannemer die failliet gaat, of een toeleveringsfabriek die afbrandt… 

Zelfs als Doel 4 en Tihange 3 door overmacht bij wijze van spreken pas in 2030 terug aangekoppeld zouden worden, zal Engie in 2027 zijn maximumbedrag voor de berging binnen hebben. Als de kosten van die berging toch blijken hoger op te lopen, moet de belastingbetaler die bijpassen.

Lusten én lasten

De Belgische Staat stapt samen met Engie voor 50% in een nieuwe onderneming die Doel 4 en Tihange 3 zal overnemen (in het akkoord wordt die entiteit omschreven als “NuclearSub”). De twee reactoren zijn afgeschreven, maar of Engie aan onze overheid nog een extra verkoopprijs zal aanrekenen voor de restwaarde blijft onduidelijk. 

Daarnaast zijn er de investeringen in de levensduurverlenging en de kosten voor de uitbating en het onderhoud van Doel 4 en Tihange 3. Die zullen voor de helft door de overheid worden gedragen, net als de kost voor de berging van het extra nucleaire afval dat zal ontstaan omdat de reactoren tien jaar langer zullen draaien.

De ontmanteling van de twee kernreactoren (ten vroegste vanaf 2036) is voor rekening van Engie via een nieuw op te richten dochterbedrijf NuclearCo. Dat zal ook de afbraak van de overige vijf reactoren betalen. Engie garandeert dat NuclearCo voldoende middelen zal hebben om het hele nucleaire park te ontmantelen. 

In NuclearCo worden namelijk alle Europese centrales van Electrabel ondergebracht, ook die in Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Zo moet het bedrijf financieel sterk genoeg zijn om de ontmanteling van alle zeven Belgische kernreactoren te dragen. En zelfs als dat niet zou lukken, dan staat moederbedrijf Engie nog altijd garant voor de kosten van de afbraak.

De Belgische staat draait op voor de helft van de mogelijke verliezen... maar deelt ook voor de helft in de winsten

Met de instap van de overheid in de twee kernreactoren, verkrijgt Engie dat de Belgische staat de helft zal betalen van de eventuele verliezen van Doel 4 en Tihange 3. Daarmee beperkt de groep haar risico aanzienlijk. Want dat er wel degelijk verliezen kunnen zijn, blijkt uit de levensduurverlenging van onze oudste reactoren Doel 1 en 2 en Tihange 1. 

Zo heeft Tihange 1 de eerste zes jaar van zijn levensduurverlenging nooit winst gemaakt. De reactor lag voortdurend uit door pannes of onderhoudswerken. De verliezen zijn zo groot dat -zelfs met de huidige hoge elektriciteitsprijzen- het gat in de overblijvende vier jaar nog amper dicht te rijden is, zo berekende de CREG, de federale commissie die waakt over onze energiemarkt. Mogelijk zal Tihange 1 tijdens zijn tien jaar levensduurverlenging dus geen cent winst maken. Die mogelijkheid bestaat ook voor Doel 4 en Tihange 3.

Subsidies loeren om de hoek

Daarom eiste én kreeg Engie extra garanties van de regering om de kans op verliezen te beperken. Daarvoor liggen twee pistes op tafel: de eerste is een gegarandeerde minimumprijs voor de verkochte stroom van Doel 4 en Tihange 3. Als de marktprijs onder dat minimum zakt, moet de overheid het verschil bijpassen. Volgens energie-experten komt dat neer op een subsidiëring van de kernreactoren. 

Anderzijds: als de stroom aan een prijs boven het minimumbedrag kan worden verkocht, zal het overschot worden afgeroomd en krijgt de overheid extra inkomsten. Het is een subsidiesysteem dat ook wordt toegepast bij meerdere offshore windmolenparken. Mogelijk zal de regering de twee kernreactoren dus subsidiëren zoals onze windenergie op zee.

De twee kernreactoren krijgen mogelijk een subsidiëring zoals de jongste windmolenparken op zee

Er is een tweede techniek om de verliezen onder controle te houden: een vaste winstmarge bovenop de kosten van de kernreactoren. Een beetje zoals bij gereguleerde bedrijven zoals gastransporteur Fluxys of hoogspanningsnetbeheerder Elia. Daar bepaalt de CREG de marges en controleert de kosten. 

Bij de twee ondersteuningssystemen is er wel geen bescherming als de reactoren door pannes uitvallen: dan maken ze mogelijk wel verlies.

Maar Engie en de overheid hebben nog geen keuze gemaakt tussen de twee opties. Wat precies de bodem- of maximumprijs zal zijn, wat de winstmarge is, hoe kosten worden gedefinieerd… waar de eventuele subsidies vandaan moeten komen: er is nog geen akkoord over. 

De kosten zouden kunnen aangerekend worden op onze elektrcitieitsfactuur, maar premier De Croo liet eerder al weten dat dit absoluut niet zal gebeuren: “Het is een theoretische mogelijkheid, maar we sluiten die formeel uit. Er zijn verschillende andere mogelijkheden voorzien in het akkoord. Als het al nodig zou zijn, wat totaal niet zeker is, dan kan een eventuele kost ook opgevangen worden via de algemene middelenbegroting.” Mogelijk wel via de begroting dus, maar niet via onze stroomfacturen. Dat benadrukte De Croo gisteren nog eens in het parlement.

Mogelijk zullen we zelfs nooit moeten betalen, als de twee kernreactoren voldoende winstgevend zijn en als de kosten voor de berging van het afval niet boven de maximumprijs uitstijgen. Alles zal afhangen van de exacte getallen en marges. Maar die zijn er nog altijd niet.

Geen garanties op startdatum

Engie zal alle mogelijke inspanningen leveren om de twee reactoren tegen november 2026 klaar te hebben, maar het resultaat is niet bindend. Dat staat zo letterlijk in het document: het is opmerkelijk dat het woord in de Engelstalige overeenkomst expliciet in het Frans en het Nederlands is vertaald: een “inspanningsverbintenis” staat er te lezen. Geen resultaatsverbintenis dus. 

Engie mag aangesproken worden op zijn inspanningen, maar mag niet afgerekend worden op de startdatum van de levensduurverlenging. Alleen wanneer de overheid kan bewijzen dat Engie door grove nalatigheid of obstructie de werken zou vertragen, kan ze ingrijpen: de regering kan dan het plafondbedrag op de berging van nucleair afval intrekken.

In de overeenkomst staat een datum van 1 november 2027: mogelijk starten de reactoren een jaar later op dan gewenst

Opvallend is wel dat de overheid dat breekpunt legt op 1 november… 2027, één jaar later dan de verhoopte datum van de heropstart (november 2026). “November 1, 2027” staat twee maal in de tekst. Dat is over vijf jaar: niet toevallig de tijd die Engie nodig acht voor de voorbereiding van een normale levensduurverlenging. Het lijkt erop dat de regering helemaal niet uitsluit dat de reactoren pas in 2027 zullen klaar zijn in plaats van in 2026. Zelfs als de reactoren door overmacht nóg later zouden heropenen, heeft de overheid geen verhaal.

Anderzijds hebben we nog een kleine vier jaar om de gewenste heropstart in november 2026 te bereiken en is er al wat voorbereidend studiewerk gebeurd. 4 jaar is krap, maar haalbaar. Volgens de regering is dat ook de inschatting van de nucleaire veiligheidswaakhond, het FANC. Engie zal ook zijn best doen. Het heeft er geen belang bij de zaken langer te laten aanslepen dan nodig.

Nog "no go" mogelijk

Maar zoals gezegd: bindend is het allemaal niet. In “De Heads of Terms” staat trouwens nog een opvallende passage. De datum van het definitieve akkoord tussen de regering wordt opgeschoven naar 30 juni 2023 en wordt omschreven als the revised “Go/no go date” voor de levensduurverlenging, waarna alle eerdere afspraken niet langer meer van toepassing zijn (“cease to apply”).

In het geval van een “go” is de levensduurverlenging binnen. Maar in het geval van een “no go” vervallen dus alle andere afspraken. Hoe onwaarschijnlijk ook: de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 kan vlak voor de zomervakantie nog afgeblazen worden. Het worden nog hete onderhandelingsmaanden, die hopelijk niet leiden tot twee koude, donkere winters. Waarbij de angst voor stroomtekorten de stroomprijzen opnieuw naar recordhoogtes kan jagen en in het ergste geval het licht uitvalt.

Adblock test (Why?)

Read Again https://news.google.com/__i/rss/rd/articles/CBMiaGh0dHBzOi8vd3d3LnZydC5iZS92cnRud3MvbmwvMjAyMy8wMS8xMi9rZXJucmVhY3RvcmVuLW1vZ2VsaWprLWdlc3Vic2lkaWVlcmQtZW4tZGVmaW5pdGlldmUtZ28tb2Ytbm8tZ28v0gEA?oc=5

0 件のコメント:

コメントを投稿