De beslissing van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) om voorlopig geen digitale meter op te dringen bij gezinnen met zonnepanelen, botst op bezwaren. Ze vormen nog steeds een prioritaire doelgroep, benadrukt de regulator VREG.
De 470.000 Vlaamse gezinnen met zonnepanelen en nog een analoge elektriciteitsmeter kunnen er dan toch niet al te gerust in zijn. Minister Demir had voor hen de pauzeknop ingedrukt. Mensen met zonnepanelen konden tot 2025 de installatie van de digitale meter zonder consequenties weigeren, klonk het. Zo zouden ze gebruik kunnen blijven maken van het vaak gunstiger regime van de terugdraaiende teller. Maar de energiewaakhond VREG is in een advies kritisch over het ontwerpbesluit van Demir. De minister mag niet zomaar beslissen dat mensen met zonnepanelen de komende jaren niet aan bod komen bij de uitrol van de digitale meter.
Er bestaat geen recht om de digitale meter te weigeren.
Voor Demir is de regeling nochtans cruciaal om de gemoederen te bedaren in de zonnepanelensaga. Het Grondwettelijk Hof maakte in januari een kruis over de Vlaamse overgangsregeling, waarbij gezinnen met een digitale meter gedurende 15 jaar gebruik konden blijven maken van de virtueel terugdraaiende teller. Dankzij die teller konden ze de stroomoverschotten die hun zonnepanelen overdag en in de zomer op het net zetten er ’s nachts en in de winter kosteloos weer afhalen. De ruim 100.000 gezinnen die al een digitale meter kregen, zijn sinds deze maand het gunstregime van de virtueel terugdraaiende teller onherroepelijk kwijt.
Om te vermijden dat nog meer mensen zich gedupeerd voelen, drukte Demir de pauzeknop in. Normaal had tegen eind dit jaar iedereen met zonnepanelen een digitale meter moeten krijgen, maar de minister besliste dat bij de uitrol zonnepaneeleigenaars niet langer prioriteit krijgen. Tot eind 2025 zouden ze zonder probleem de installatie van de digitale meter mogen weigeren, waardoor ze pas tussen 2025 en 2029 aan bod zouden komen.
Maar in haar advies oordeelt de VREG dat het niet de bedoeling kan zijn dat de installatie van digitale meters bij zonnepaneeleigenaars, de zogenaamde prosumenten, wordt uitgesteld tot de laatste jaren van de uitrolplanning. ‘Het zou onrechtvaardig en arbitrair kunnen overkomen voor de bestaande prosumenten met een digitale meter dat zij, in tegenstelling tot deze groep, niet de mogelijkheid hebben om maximaal te kunnen genieten van de analoge, terugdraaiende teller’, schrijft de VREG. Bovendien heeft de digitale meter juist bij zonnepaneeleigenaars een grotere toegevoegde waarde dan bij gewone netgebruikers en dus moet de uitrol zo snel mogelijk gaan, vindt de regulator.
Dat prosumenten een prioritaire doelgroep zijn bij de uitrol van de digitale meter staat zo in het energiedecreet. De minister kan dat niet zomaar met een besluit overrulen.
De VREG benadrukt er begrip voor te hebben dat het draagvlak van de digitale meter onder druk staat. Vanuit efficiëntieoogpunt kan het volgens de regulator ook zinvol zijn straat per straat de digitale meter te installeren en niet eerst daar waar zonnepanelen liggen. Maar ook eigenaars van zonnepanelen zullen de installateur van Fluvius moeten binnenlaten. ‘De meter is eigendom van de netbeheerder en die moet dan ook toegang kunnen krijgen tot de installatie’, zegt VREG-woordvoerster Leen Vandezande. ‘Er bestaat geen recht op weigering.’
Prioritaire doelgroep
De VREG staat niet alleen met die analyse. Ook Simon Vanhove, die aan de KU Leuven onderzoek doet naar energierecht, ziet juridische bezwaren bij de regeling van de Vlaamse regering. ‘Dat prosumenten een prioritaire doelgroep zijn bij de uitrol van de digitale meter staat zo in het energiedecreet’, zegt hij. ‘De minister probeert die beslissing nu ongedaan te maken met een uitvoeringsbesluit, maar gaat daarmee in tegen de rechtshiërarchie. Een besluit van de regering kan nooit een decreet overrulen.’
Het is nu wachten op het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit van Demir. De Raad krijgt 30 dagen de tijd om te beoordelen of het besluit juridisch solide is.
‘Premie maakt mogelijk stroomfactuur duurder’
De compensatiepremie die Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) uitwerkte voor wie de terugdraaiende teller verliest, kan mogelijk toch tot extra kosten leiden op de elektriciteitsfactuur. Daarvoor waarschuwt de energieregulator VREG.
Voor de netbeheerder Fluvius zijn aan de toewijzing van de premie administratieve kosten verbonden. Voor 2021 gaat het om naar schatting 830.000 euro, die verrekend moeten worden via de distributienettarieven op de energiefactuur.
De premie bedraagt gemiddeld 1.300 euro voor een gezin dat vorig jaar zonnepanelen plaatste. De Vlaamse regering heeft zich geëngageerd dat de elektriciteitsfactuur niet mag oplopen en zal het geld daarvoor halen uit de begroting en het Energiefonds. Maar de VREG waarschuwt dat daardoor de middelen in het Energiefonds mogelijk ontoereikend worden voor het opkopen van overschotten aan groenestroomcertificaten. Zo kan de compensatiepremie er indirect toe leiden dat de distributienettarieven toenemen.
0 件のコメント:
コメントを投稿