Mijn vraag om wat minder te zeuren mag zeker niet worden opgevat als een poging om het grote leed dat de coronapandemie heeft aangericht te minimaliseren. Maar kunnen we alstublieft stoppen met de dagelijkse stroom van negatieve berichten over zowat alle aspecten van de epidemie en het crisisbeheer?
Zondag liet ik me ontvallen ‘dat we misschien wat minder moeten zeuren’. Een storm van de meest uiteenlopende reacties volgde, van de goorste beledigingen tot uitgesproken steun. Dat heeft me tot nadenken gestemd, want wie me een beetje kent, weet dat ik niet ’s lands grootste provocateur ben, maar toch wel in alle eerlijkheid de dingen probeer te benoemen, en daar meestal goed over nadenk voor ik spreek. Misschien had ik mijn woorden anders moeten kiezen, zodat het duidelijker was wat ik wel en niet bedoelde. Ik probeer het hierbij nog een keer.
Vooreerst: deze epidemie, die nu al meer dan een jaar duurt, is loodzwaar voor ons allemaal. Dit hebben we in geen honderd jaar meegemaakt. Mensen verloren geliefden, maar soms ook hun werk en het contact met elkaar door een ongrijpbaar virus. Voor sommigen onder ons is dit extra zwaar, om diverse redenen. Als ik mensen ongewild gekwetst heb door mijn uitspraak, dan wil ik mij daarvoor hier en nu bij hen verontschuldigen. Mijn woorden gingen niet over jullie. Ongeluk en diep verdriet gaan inderdaad niet weg door ‘te stoppen met zeuren’, maar hebben al onze empathie, hulp, en ondersteuning broodnodig. Mensen die worstelen met een diep verdriet, gemis, eenzaamheid, die zeuren in mijn ogen niet. Verdriet en gemis moeten uitgesproken worden, zoveel en zo lang als nodig, om te kunnen herstellen. Laat dat heel duidelijk zijn.
Voor mij gaat ‘zeuren’ over de dagelijkse, niet-aflatende stroom aan negatieve berichten en meningen over zowat alle aspecten van de epidemie en het crisisbeheer.
Maar wat bedoelde ik dan wel? Voor mij gaat ‘zeuren’ over de dagelijkse, niet-aflatende stroom aan negatieve berichten en meningen over zowat alle aspecten van de epidemie en het crisisbeheer, die ons nu al weken of maanden overspoelt. Over de vaccins die te vroeg of te laat komen, de centra die te groot of te klein zijn, de regels die ‘onzinnig’ zijn, de testcapaciteit die te groot of te klein is, de contacttracing die achter de feiten aanloopt, de cijfers die onduidelijk zijn, de maskers die misschien giftig zijn of gewoon vervelend, het reizen dat we niet meer mogen doen, de festivals waarvan niemand weet wanneer ze weer kunnen doorgaan, en de toekomst die niemand blijkbaar kan voorspellen.
Veerkracht
Natuurlijk moet er kritische reflectie zijn, is vrije meningsuiting een van onze belangrijkste vrijheden, en kan je hart luchten en goed vloeken geweldig deugd doen. Maar die opeenstapeling van negatieve boodschappen sijpelt dag in dag uit bij ons binnen, en haalt ons allemaal onderuit, de kwetsbaarsten eerst. Deze stroom aan negativisme haalt veerkracht weg, die we broodnodig hebben om onszelf en de anderen recht te houden. De negatieve filter waardoor we steeds vaker naar de zaken kijken, verhindert ons ook om te zien wat we moeten zien.
Virussen komen en gaan. Dit virus is niemands schuld. Niet de mijne, niet de uwe, niet van onze regering. Ook niet van Bill Gates. Als maatschappij zijn we niet meer gewend met epidemieën en groot onheil om te gaan. Het vraagt heel wat van onze weerbaarheid als samenleving. Tot tweemaal toe overspoelde de epidemie ons zorgsysteem, maar met maatregelen in alle levensdomeinen zijn we er samen in geslaagd het virus terug te dringen. In een jaar zijn enorme stappen vooruit gezet, in het begrijpen en het omgaan met dit virus. Met de hulp van zeer velen werd een enorme capaciteit aan testing, contacttracing en behandeling opgezet. In minder dan een jaar tijd werden verschillende zeer werkzame vaccins ontwikkeld, die nu al de sterfte in woon-zorgcentra spectaculair doen dalen.
Er wordt door heel veel mensen op het terrein permanent aan gesleuteld om alles beter, sneller en performanter te laten verlopen.
Kan dit alles beter? Natuurlijk, en er wordt ook door heel veel mensen op het terrein permanent aan gesleuteld om alles beter, sneller en performanter te laten verlopen. Dat is een hobbelig en vaak frustrerend parcours, om te beginnen voor allen die erin werken. Zij doen het voor u en ons allemaal, belangeloos en uit burgerzin, en willen niet liever dan dat het vooruit gaat. En eerder dan alle energie te verliezen aan dagelijkse punctuele kritiek en frustratie, willen ze blijven inzetten op voortdurende verbetering.
Laten we ons dus vooral optrekken aan de stappen vooruit. Er is wel degelijk licht aan het einde van deze tunnel. De komende maanden zullen wel degelijk meer en meer mensen worden gevaccineerd. Nieuwe virusgolven kunnen we met zijn allen tegenhouden. Het oude leven komt terug. Hoe en wanneer exact, kan ik u niet zeggen. Dat moeten we stap voor stap de komende weken en maanden ontdekken. Maar ik kan u wel zeggen dat wij met heel veel mensen, in alle geledingen van de maatschappij, hard en gestaag voortwerken om dat punt weer te bereiken. En om gaandeweg niet teveel energie te verliezen, stel ik dus voor met zijn allen wat minder te zeuren. Doet u ook mee?
Erika Vlieghe
Diensthoofd infectieziekten UZ Antwerpen en voorzitster van de GEMS, het belangrijkste adviesorgaan aan de regering inzake de pandemie
0 件のコメント:
コメントを投稿