Combineer de oxymoron kunstmatige intelligentie met Donald Trump en je krijgt een nachtmerrie voor Kerst.
Om te duiden wat zich tijdens de kersthandel op Wall Street afspeelde, heb je eigenlijk maar één cijfer nodig: 85 procent. Het cijfer staat in een steengoed artikel in The Wall Street Journal dat poogt inzicht te verschaffen in de dolle handel rond Kerst, waarbij de Dow Jones eerst op twee dagen meer dan 1.000 punten onderuitgaat, om vervolgens op tweede kerstdag alle opgelopen schade weer uit te wissen.
De verklaring? Een verbluffende 85 procent van de handel op een gemiddelde Wall Street-dag verloopt tegenwoordig op automatische piloot en is niet het resultaat van gezond verstand, maar van machines, modellen of het slaafs volgen van één of andere index. 'Dat creëert een nooit geziene beleggerskudde die unisono en in nanoseconden beweegt', schrijft de Amerikaanse zakenkrant.
Kwantitatieve hefboomfondsen, de 'quants' die louter op basis van computermodellen in plaats van op basis van research of intuïtie koop- of verkooporders uitspuwen, vertegenwoordigen 28,7 procent van de beurshandel, leren data van onderzoeker Tabb Group. Dat is een ruime verdubbeling tegenover 2013.
Quants zijn nu belangrijker op een gemiddelde beursdag dan retailbeleggers, of eender welke andere categorie belegger. Ik ben het als luddiet respectvol oneens met oud-collega en beursrallydeelnemer Thomas Smolders, die gelooft dat kunstmatige intelligentie onze beleggingen slimmer kan maken. Ik vrees eerder dat domheid door A.I. nog vele malen uitvergroot zal worden.
Marko Kolanovic, de immer boeiende 'quantwatcher' bij zakenbank JPMorgan, merkt op dat als je bij die quants de passieve indexfondsen, hogesnelheiderstraders, marktmakers etc. telt je aan 85 procent van het handelsvolume komt.
Het resultaat: uitvergrote zaagtandbewegingen bij elke flard nieuws - check als voorbeeld gewoon nog maar de dolle beursweek die Argenx in september beleefde - of bij elke tweet. Met een 'tweeter-in-chief' in het Witte Huis is dat een recept voor de betere zaagtandgrafieken.
Eerst haalde Donald Trump Wall Street onderuit door zijn aanval op de centrale bank te herhalen ('doesn't understand the Market'). Met in een bijrol de hopeloze minister van Financiën Steven Mnuchin. Die vond het nodig vlak voor zijn golftrip in Mexico op zondagavond de CEO's van de Amerikaanse grootbanken te bellen en het publiek te verzekeren dat de banken voldoende liquiditeiten hebben. Vóór dat bizarre persbericht maakte echt niemand zich dáár zorgen over.
Op Kerstdag toeterde Trump dat de zware uitschuiver van Wall Street in het vierde kwartaal voor beleggers 'een geweldige koopopportuniteit' vormt. En presto: op tweede kerstdag sloegen beleggers aan het kopen.
Tussen haakjes: of Donnie 'the Market' in tegenstelling tot de Fed wel begrijpt, laten we in het midden. Maar onderschat niet de beursgoeroe die in de gemiddelde president schuilt.
'De winstratio's zijn stilaan van die aard dat aandelen kopen potentieel een goede deal begint te lijken, als je een langetermijnperspectief hebt', orakelde Trumps voorganger Barack Obama op 3 maart 2009, toen de Dow net onder 7.000 punten was gezakt. Vier dagen later begon de langste 'bull market' in de geschiedenis die nog altijd voortduurt, al scheelde het - wat de S&P500 betreft - maandagavond bij slot exact 0,22 procentpunt.
Publiek vs privaat
De statistiek van Kolanovic heeft ook een spiegelbeeld; beleggers die aandelen aan- of verkopen na fundamentele analyse van het 'onderliggende' bedrijf, vormen nog 15 procent van de handel en voeren steeds meer een eenzame strijd.
Langetermijnbeleggers als verzekeraars, in de jaren '80 en '90 nog een belangrijke stabiliserende factor, zijn door de overheden via regelgeving - Basel II, Solvency II en andere Romeinse letters - manu militari verplicht in zogezegd risicoloze overheidsobligaties te beleggen en investeren nauwelijks nog in aandelen.
Neem Ageas, met een portefeuille van 80 miljard euro één van de grootste 'Belgische' beleggers. Aandelen maken nog minder dan 5 procent van die portefeuille uit, Belgische aandelen moet je al helemaal met een vergrootglas zoeken.
De opmars van nanosecondebeleggers en de exodus van langetermijnbeleggers verklaart waarom de koersgrafieken die manisch-depressieve beleggers rond bedrijven draperen, vaak nog louter bij toeval enig uitstaans hebben met de onderliggende 'fundamentals' van het bedrijf in kwestie. Geen aandeel dat dit jaar anno 2018 beter illustreerde dan Melexis, dat zijn beurskoers op luttele maanden zag halveren.
Mag het verbazen dat steeds meer bedrijven van de beurs wegtrekken? Het aantal genoteerde bedrijven op de Brusselse beurs is naar het laagste peil sinds de jaren 1870 gezakt. Dit jaar trokken exact nul Belgische bedrijven naar de Brusselse beurs, terwijl we afscheid namen van Ablynx, RealDolmen, Sapec en Tigenix en Connect, E&Z Bebig en 2Valorise al met anderhalf been de beurs verlaten hebben.
Mede omdat verzekeraars net als 'family offices' steeds meer middelen stoppen in private kredietverlening en bedrijfsobligaties - bij Ageas samen 30 procent van de portefeuille of zes keer zoveels als aandelen - is het niet langer nodig om 'publiek' te noteren om vlot geld op te halen. Kijk gewoon naar het parcours van VPK Packaging, Duvel Moortgat of Pairi Daiza sinds ze publiek voor privaat ruilden: een indrukwekkend groeipad.
De enige dam tegen de oprukkende nanosecondebrigade en hun kunstmatige intelligentie is een grootaandeelhouder die je immuun maakt voor hun kuren: Colruyt, Solvay, Sioen, Sofina, UCB. Stuk voor stuk bedrijven die het zich kunnen permitteren een langetermijnstrategie te ontwikkelen en hun succes niet afmeten aan het jongste kwartaalrapport.
Bij de slinkende schare publieke bedrijven groeit het besef dat een versnipperd aandeelhouderschap een doodvonnis is. En zolang meervoudig stemrecht à la Google in België bij wet niet kan, is de enige beschermingsconstructie een stabiele kern aandeelhouders.
Zo controleert bij Umicore GBL intussen 15 procent van kapitaal, bij Barco zit Charles Beauduin (Van de Wiele) aan 18,3 procent.
En bij EVS was er de verrassende kerstboodschap dat Belfius en Ackermans & van Haaren (AvH) elk een belang van 2,5 procent nemen, via een snelle kapitaalverhoging. Officieel is er geen link met de recente instap van de Canadese rivaal Evertz Technologies in het kapitaal van de Luikenaars, maar we hebben onze twijfels.
ING-analist Giel-Jan Triest wijst er echter op dat de instap een verkoop van EVS aan de hoogst biedende misschien méér in plaats van minder waarschijnlijk wordt: 'AvH nam in juni 2007 via een gelijkaardige kapitaalverhoging een belang in IRIS (het bedrijf van huidig EVS-voorzitter Pierre De Muelenaere, red.) en realiseerde twee jaar later bij de verkoop aan Canon een stevige meerwaarde.'
Naast de zoektocht naar verankeraars, voeren ook steeds meer bedrijven een sluipende delisting door. Ze kopen in bulk eigen aandelen in en vernietigen die vervolgens, waardoor het beursgenoteerd deel van het bedrijf gestaag afneemt. Zo controleren Colruyt en Sofina intussen - rekening houdend met de ingekochte maar nog niet vernietigde eigen aandelen - 65,6 procent van het kapitaal van de supermarktketen, van 57 procent tien jaar geleden.
Eerlijk: we zien die zoektocht naar verankeraars en de al dan niet sluipende delistings niet snel veranderen zolang de beurswereld niet meer fundamentalisten telt. Voor 2019 wensen we iedereen daarom meer gezond verstand en minder kunstmatige intelligentie toe.
0 件のコメント:
コメントを投稿