150.000 Belgen met een vastgoed in het buitenland moeten de waarde ervan aangeven bij de fiscus, waarna die het kadastraal inkomen zal bepalen. Zo wil minister van Financiën Vincent Van Peteghem de patstelling over de huurinkomsten doorbreken.
Het wetsontwerp van de CD&V'er heeft nog geen groen licht gekregen van de voltallige regering, maar verwacht wordt dat geen grote obstakels meer opduiken. Van Peteghem had één opdracht toen België voor de tweede keer door het Europees Hof van Justitie veroordeeld werd voor het ongelijk belasten van huurinkomsten in het buitenland en het binnenland: vermijden dat binnenlandse verhuurders een belastingverhoging aangesmeerd kregen. Vooral voor de liberalen was dat een halszaak: het belasten van de reële huurinkomsten werd expliciet niet in het regeerakkoord opgenomen en socialisten en groenen legden zich daarbij neer. Alle regeringspartijen hielden zich dan ook gedeisd bij de veroordeling.
Van Peteghem had binnen de regering maar één opdracht: vermijden dat binnenlandse verhuurders een belastingverhoging zouden aangesmeerd krijgen.
Van Peteghem heeft voortgewerkt op de methode waar zijn voorganger Johan Van Overtveldt (N-VA) eerder op broedde: dat van het fictieve inkomen voor buitenlandse panden. Daarvoor is wel kunst-en vliegwerk nodig.
Waardebepaling
Concreet zal de fiscus aan elk buitenlands vastgoed een kadastraal inkomen toekennen, op dezelfde verouderde basis als bij een binnenlandse woning. Dat zal gebeuren op basis van informatie die de eigenaars moeten verschaffen aan de FOD Financiën. Ze krijgen een vragenlijst die ze begin volgend jaar moeten invullen.
De fiscus vraagt naar een beschrijving van het pand, de ligging en de normale verkoopwaarde voor gebouwde goederen in de regio. Als de normale verkoopwaarde niet bekend is, moeten ze de aankoopprijs en het aankoopjaar doorgeven en de kostprijs en uitvoeringsdatum van renovatiewerken. De fiscus hoopt in maart 2022 alle informatie binnen te hebben, zodat de panden kunnen aangegeven worden in de aangifte van juni. Wie vanaf 1 januari 2021 een buitenlands vastgoed verwerft, zal vier maanden krijgen om die formaliteiten te vervullen.
Fiscalisten gaan ervan uit dat eigenaars minder belastingen zullen moeten betalen. Het kabinet-Van Peteghem stelt dat de hele oefening budgetneutraal is.
De werkwijze roept vragen op. Een ervan is hoe de verklaringen van de eigenaars gecontroleerd worden. Een andere is wat de impact op de begroting zal zijn. Fiscalisten gaan ervan uit dat eigenaars minder belastingen zullen moeten betalen, omdat het geïndexeerde kadastraal inkomen meestal voordeliger is dan de reële huurinkomsten.
Het kabinet-Van Peteghem gaat ervan uit dat de hele oefening budgetneutraal is. Het vermoeden is dat het verdwijnen van de rechtsonzekerheid en het lagere tarief meer Belgen zal aansporen om hun vastgoed in het buitenland aan te geven.
Wat was het probleem voor Europa?
Europa valt over de verschillende aanpak van binnenlands en buitenlands vastgoed naast uw gezinswoning. Dat moet u sowieso altijd opnemen in uw jaarlijkse belastingaangifte. Maar wat u moet aangeven verschilt naargelang het pand in of buiten België ligt. Gebruikt u een tweede verblijf zelf of verhuurt u een woning in België aan een particulier, dan volstaat het dat u het kadastraal inkomen aangeeft. Dat KI is gebaseerd op de huurprijzen van 1975 en is veel lager dan de werkelijke huurwaarde. U wordt belast op het geïndexeerde kadastraal inkomen, verhoogd met 40 procent.
Hebt u een tweede verblijf in het buitenland? Als u dat alleen zelf gebruikt, moet u volgens de letter van de wet de brutohuurwaarde aangeven. Dat zijn de huurinkomsten die u kan opstrijken als u het pand het volledige jaar verhuurt. Verhuurt u een woning in het buitenland, dan moet u altijd de daadwerkelijk ontvangen huur aangeven ongeacht het gebruik door de huurder. Dat is nadelig in vergelijking met wie in België een tweede verblijf heeft of verhuurt: het Belgische KI is voordeliger dan de werkelijke huur(waarde) voor buitenlands vastgoed.
0 件のコメント:
コメントを投稿