De Nederlandse huizenmarkt beleeft een enorme boom: in juni werd 15 procent meer voor een huis betaald dan een jaar geleden, de snelste stijging sinds 2000.
De huizenprijzen in Nederland zijn al een tijd flink aan het oplopen. Sinds een dieptepunt in juni 2013 liggen de prijzen maar liefst 70 procent hoger, zo blijkt uit cijfers van het Nederlandse statistiekbureau CBS en het Kadaster.
'De prijsstijging zwakte in 2019 wat af, maar trok in 2020 weer aan', klink het. De toename met 14,6 procent de voorbije twaalf maanden is ongezien sinds december 2000 (zie grafiek).
Duur vastgoed is lang geen 'Amsterdams' fenomeen meer. De prijzen stijgen in alle provincies, maar is het sterkst in Flevoland (+17%). Limburg staat onderaan op de ranglijst (+12%). Ook alle types woningen worden duurder.
De makelaarsvereniging NVM liet twee weken geleden ook al weten dat het records regent op de Nederlandse huizenmarkt. Door corona willen mensen meer investeren in een comfortabele woning, maar tegelijk is er een grote schaarste.
Halverwege het tweede kwartaal van 2021 stonden nog geen 15.500 woningen te koop, het laagst gemeten aantal ooit. Staat er een huis te koop, dan moeten de kopers er snel bij zijn: op gemiddeld 24 dagen tijd wordt een nieuw pand verkocht, de kortste periode ooit.
In combinatie met de lage rente stuwt dat de prijzen omhoog. De prijsindex van bestaande koopwoningen lag in juni 2021 op het hoogste niveau ooit, zo geeft het CBS mee.
De verhitte vastgoedmarkt is al langer een kopzorg voor centrale banken. De druk stijgt om in hun inflatiecijfers ook rekening te houden met betaalbare huisvesting.
Want hoewel de inflatie in de eurozone de afgelopen jaren meer onder dan boven de nieuwe ECB-doelstelling van 2 procent zat, werd de koopkracht van de Europese burger wel aangevreten door de boomende huizenprijzen.
Voor zijn berekeningen baseert het CBS zich op de evolutie van de prijzen van alle bestaande koopwoningen en de akten die geregistreerd worden bij het Kadaster.
0 件のコメント:
コメントを投稿