Het Brusselse hof van beroep beslist dat de klacht van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) tegen het capaciteitstarief ontvankelijk maar ongegrond is.
De rechtszaak van een minister tegen een onafhankelijke regulator, energieregulator Vreg, was uniek. Minister Demir wou alles uit de kast halen om de invoering van het nieuwe tarief uit te stellen. Volgens haar zou het leiden tot een hogere factuur voor vele consumenten, net op het moment dat de energierekeningen flink gestegen zijn door de energiecrisis.
Demir had het zelfs over discriminatie, omdat mensen met een klassieke, analoge elektriciteitsmeter anders zouden worden behandeld dan mensen met een digitale meter. Volgens haar zou de Vreg beter wachten met de invoering van het capaciteitstarief tot de grote meerderheid van de Vlaamse gezinnen een digitale meter heeft.
Ze diende daarom een klacht in bij het Brusselse hof van beroep, het Marktenhof, met de eis om het capaciteitstarief te vernietigen en binnen de drie maanden te komen met een nieuwe formule die rekening houdt met haar bezwaren, en dat op straffe van een dwangsom van vijfduizend euro per dag.
Te laat
Maar met haar vordering, die onder meer een schending van het gelijkheidsbeginsel en van het evenredigheidsbeginsel inhield, komt Demir van een kale reis thuis. Dat heeft er vooral mee te maken dat ze bijzonder laat komt met haar vraag.
De beslissing om een capaciteitstarief in te voeren, heeft de Vreg al in 2020 genomen. Daaraan gingen ook verschillende consultatierondes vooraf. Maar nooit heeft de Vlaamse overheid geprotesteerd. ‘Uit geen enkel stuk dat door het Vlaams Gewest in het debat werd gebracht, blijkt dat het om inhoudelijke bezwaren tegen de invoering van het capaciteitstarief zou gaan’, schrijft het hof in zijn arrest.
De termijn van dertig dagen om in beroep te gaan, is daarmee al lang verstreken. De oorspronkelijke beslissing nog terugdraaien, zou de rechtszekerheid ondergraven, redeneert de rechtbank. Demir kon alleen nog in beroep gaan tegen de beslissing van de Vreg vorig jaar om de invoering van het capaciteitstarief nog een half jaar uit te stellen. Ze riskeerde daarmee zelfs dat die vernietiging het capaciteitstarief een half jaar vroeger zou doen ingaan.
De rechtbank heeft dat doorzien. Volgens haar ging de rechtszaak om ‘een nauwelijks verholen’ beroep tegen de beslissing van 2020, wat niet meer mogelijk is.
Ook de andere argumenten die Demir inriep, veegt de rechtbank van tafel. Ze zegt geen rechtsmacht te hebben om de Vreg te dwingen om een nieuwe beslissing te nemen. Dat zou ook in strijd zijn met het beginsel van de scheiding der machten.
Demir verliest daarmee het geding. Zijzelf blijft overtuigd dat haar verzet nodig was. ‘We zouden het ons nooit vergeven hebben, als we deze laatste strohalm niet zouden gegrepen hebben’, zegt ze. ‘We blijven het fundamenteel oneens met de hervorming en begrijpen nog steeds niet waarom de Vreg het standpunt van een meerderheid van het Vlaams Parlement naast zich neerlegt.’
Read Again https://news.google.com/rss/articles/CBMiMWh0dHBzOi8vd3d3LnN0YW5kYWFyZC5iZS9jbnQvZG1mMjAyMzAzMDFfOTUxNjAyNDTSAQA?oc=5
0 件のコメント:
コメントを投稿