Economen Wim Moesen en Koen Schoors vinden het een goed idee om zogenoemde 'productieve investeringen' voortaan "buiten de Belgische begroting" te houden. Vooruit-kopstuk Conner Rousseau wil dat de volgende federale regering daarover met Europa in overleg gaat. Uit een nieuw rapport blijkt alvast dat ons land fors onder zijn eigen investeringsdoelstellingen blijft.
Dat ons land voor een zware besparingsopdracht staat, is geweten. Om te voldoen aan de Europese begrotingsregels moet er komende legislatuur minstens 23 miljard euro bespaard worden, over een termijn van 4 of 7 jaar.
Alleen dringen er zich tegelijk ook grote uitgaven op. Onder meer in het onderwijs, het klimaat en op het spoor zijn er net investeringen nodig, stelt Conner Rousseau, federaal onderhandelaar voor Vooruit. In een opiniestuk in De Tijd lanceerde hij daarom vanochtend het idee om die uitgaven "buiten de begroting" te houden.
Een voorstel dat economen Wim Moesen (KU Leuven) en Koen Schoors (UGent) toejuichen. "Dit is geen nieuw idee. Heel wat economen pleiten hier al lang voor", stelt Schoors. Maar hoe gaat het precies in zijn werk? En welke obstakels zijn er?
Productieve investeringen
"Een begroting bestaat vandaag in feite uit 2 delen", legt Wim Moesen uit. "Enerzijds heb je de recurrente of lopende uitgaven. Dat zijn de dagelijkse uitgaven die de overheid doet, bijvoorbeeld in het kader van de sociale zekerheid, de gezondheidszorg of het onderwijs."
"Van die zaken kunnen we als burger genieten, maar we betalen er ook voor. De overheid bekostigt die uitgaven immers met de inkomsten die ze onder meer haalt uit belastingen, heffingen en onze socialezekerheidsbijdragen."
Daarnaast heb je de investeringsuitgaven. "Dat zijn investeringen die de overheid doet in materiële zaken die op termijn ons bepaalde voordelen opleveren. Denk aan het bouwen van een weg die ervoor zorgt dat het verkeer beter kan doorstromen. Of aan investeringen in computers waardoor de overheid efficiënter kan werken."
"Bij dergelijke investeringen - ook wel productieve investeringen genoemd - gaat de overheid ervan uit dat die zich op lange termijn terugverdienen. Daarvoor zal ze geld willen lenen. Die kosten wil ze dan eigenlijk op lange termijn kunnen afschrijven, zonder dat dat weegt op het begrotingstekort."
Buiten de begrotingsdoelstelling
Veel economen pleiten er daarom al lang voor om die uitgaven apart te bekijken. "Het is logisch dat je als overheid moet zorgen dat je begroting in evenwicht is, en dat je dus niet meer uitgeeft dan er binnenkomt. Maar in principe kan je investeringsuitgaven daarbuiten houden, ervan uitgaande dat die zich op termijn zullen terugverdienen", stelt Moesen.
In dat geval houdt de overheid die uitgaven dus niet echt 'buiten de begroting', maar wel 'buiten de begrotingsdoelstelling'. Anders gezegd: de regering beslist om met bepaalde uitgaven geen rekening te houden wanneer ze streven naar een evenwicht tussen de inkomsten en de uitgaven.
Econoom Willem Sas (Universiteit Stirling en KU Leuven) in De Wereld Vandaag op Radio 1: "Het besparingsdebat wordt vaak op een verkeerde manier gevoerd"
Expert: "Pleidooi Conner Rousseau voor investeringen buiten begroting kan helpen Europese Commissie gunstig te stemmen"
In feite doet de Vlaamse regering dat vandaag al in de praktijk. Ongeveer 1 miljard euro aan kosten rekent ze momenteel niet bij het begrotingstekort, omdat ze ervan uitgaat dat het investeringen zijn die zichzelf op termijn zullen terugverdienen.
Het gaat dan bijvoorbeeld om de uitgaven in het kader van de Oosterweel-verbinding. Die moet op termijn zorgen voor een betere doorstroom van het verkeer op de Antwerpse ring, en zo economische winst opleveren. Bovendien zullen de uitgaven zich op lange termijn (deels) terugverdienen via tol. Het heeft volgens de regering dan ook geen zin om nu zwaar te besparen om de bouw van Oosterweel te betalen.
Dubbele laag van wantrouwen
Alleen wordt die redenering vandaag niet aanvaard door de Europese Commissie. Volgens het huidige begrotingskader dat Europa oplegt, is het - op enkele uitzonderingen na - niet mogelijk om investeringen buiten de begrotingsdoelstellingen te houden.
"Dat heeft er onder mee te maken dat overheden elkaar niet vertrouwen", zegt Koen Schoors. "Ze vrezen dat dit de deur zou openzetten om te frauderen, om bepaalde uitgaven voor te stellen als een investering terwijl het dat niet zo is. Zo zouden andere EU-lidstaten hun begrotingstekort kleiner kunnen voorstellen dan het eigenlijk is."
Een wantrouwen dat bovendien ook bestaat binnen landen zelf, zegt hij. "Ook burgers vertrouwen hun overheid niet altijd. Is wat de overheid voorstelt als een investering wel echt een investering waar het hele land van profiteert?"
Dat komt door schandalen in het verleden, waarbij overheden bijvoorbeeld dure infrastructuurprojecten bekostigden waar slechts een handvol mensen van profiteerde. "Door die dubbele laag van wantrouwen zitten we in het systeem dat we vandaag hebben", aldus Schoors.
"Europa schiet zichzelf in de voet"
"In normale tijden maakt dat niet veel uit. Als overheid investeer je dan hoofdzakelijk in het vervangen van oude, afgeschreven infrastructuur", zegt Schoors.
"Maar in tijden van schokken, wanneer er plots grote investeringen nodig zijn, is dat wel een probleem. Als je die uitgaven dan binnen strikte begrotingsregels probeert te houden, ga je investeringen en groei beperken."
Vandaag is dat volgens Schoors en Moesen het geval. "Europa is ambitieus. Het wil inzetten op klimaatbeheersing, digitalisering, artificiële intelligentie en militaire onafhankelijkheid. Maar dat vergt grote publieke investeringen."
"Wanneer je die investeringen onderwerpt aan al te strikte begrotingsregels, zoals dat momenteel gebeurt, wordt dat moeilijk", zegt Moesen. "Europa schiet zich hiermee in de voet."
België haalt investeringsdoelstellingen niet
Bovendien is het probleem voor ons land extra nijpend. Ons land blijft vandaag al fors onder zijn eigen investeringsdoelstellingen. Dat staat in een rapport van de Studiecommissie voor Overheidsinvesteringen, dat dinsdagochtend gepubliceerd werd.
België heeft jarenlang zijn budgettaire problemen opgelost door minder te investeren
Volgens dat rapport bedroegen onze overheidsinvesteringen in 2022 zo'n 2,7 procent van het bruto binnenlands product (de optelsom van al wat in ons land geproduceerd wordt). De vorige federale regering - waar ook Vooruit deel van uitmaakte - stelde zich als doel om dat tegen 2030 op te trekken naar 4 procent. Maar zonder extra inspanningen zullen we dat niet halen, zegt de Studiecommissie.
"België heeft jarenlang zijn budgettaire problemen opgelost door minder te investeren", zegt Schoors. "Dat is begrijpelijk, want als je minder investeert moet je minder besparen, maar vandaag betalen we daar de prijs voor."
Het uitblijven van investeringen kost ons economische groei en welvaart op lange termijn
Onder meer op vlak van defensie, milieu, huisvesting en collectieve voorzieningen zoals water en verlichting investeert ons land vandaag beduidend minder dan onze buurlanden. Enig lichtpuntje: we halen wel nipt het minimum dat Europa oplegt om een eventuele verlenging van ons besparingstraject af te dwingen van 4 naar 7 jaar.
"Maar het loskoppelen van de investeringsuitgaven zou ervoor kunnen zorgen dat ons land echt kan besparen, zonder verder te snoeien in investeringen. Want dat kost ons economische groei en welvaart op lange termijn", aldus Schoors.
Op zoek naar een Europees compromis
Een goed idee dus, maar is het ook haalbaar? En hoe dan? Conner Rousseau wil dat ons land de kwestie aankaart bij de Europese Commissie. Dat zal de taak zijn van de nieuwe commissaris die ons land straks zal afvaardigen. Maar dat zal niet eenvoudig zijn.
"Eigenlijk is het de logica zelve, maar de vraag is of Europa erin zal meegaan", zegt Schoors. "Vooral Duitsland houdt van oudsher sterk vast aan strikte begrotingsregels", stelt ook Moesen. Al ziet hij dat onder andere de Scandinavische landen en Frankrijk stilaan een opening laten. "Je voelt wel dat er wat aan het veranderen is."
Dit is niet houdbaar. Europa zal finaal door de knieën moeten gaan
"Europa laat vandaag al ruimte om bepaalde gezamenlijke investeringen die EU-landen doen, buiten de begroting te houden. Denk dan bijvoorbeeld aan contracten voor de import van speciale grondstoffen voor batterijen. Dat wordt dan beschouwd als 'Europese publieke investeringen'."
Moesen denkt dan ook dat de Europese Commissie wel overstag zal gaan. "Dit is niet te houden. Europa zal finaal door de knieën moeten gaan."
Al zal daarvoor wel een overeenkomst gevonden moeten worden waar alle landen mee kunnen leven, mét duidelijke afspraken die tegemoetkomen aan het onderlinge wantrouwen. "Het zou alleszins goed zijn als men hierover Europees een compromis zou kunnen vinden", besluit Schoors.
0 件のコメント:
コメントを投稿