Een van de voorwaarden is wel dat het eiland, dat de elektriciteit van de windparken op zee aan land moet brengen, er tegen 2026 ligt.
Het Prinses Elisabeth Eiland moet een wereldprimeur worden. 45 kilometer voor de Belgische kust moet het de elektriciteit van het tweede windpark op zee, dat vlakbij wordt gebouwd, bundelen en naar land sturen. Later kunnen ook onderzeese elektriciteitskabels die worden gepland, zoals verbindingen met Groot-Brittannië of Denemarken, eraan worden gekoppeld.
Het eiland bestaat uit betonnen caissons die worden gevuld met zand, goed voor vijf hectare oppervlakte. Dat kost, zonder de installaties die erop moeten komen, 450 miljoen euro. De Europese Commissie heeft er zich nu toe verbonden om daar 100 miljoen van te betalen, in het kader van het Europese Herstelfonds. De rest wordt gefinancierd door netbeheerder Elia en komt uiteindelijk in de elektriciteitsfactuur terecht.
• Het pad naar CO2-vrije stroom ligt er, het volgen is wat anders
Europa eist wel dat het geld tegen 2026 besteed is, wat de timing krap maakt. Het energie-eiland is al in een verregaande studiefase, maar over de Prinses Elisabethzone, de tweede groep windparken op zee waarvoor het moet dienen, bestaat nog onzekerheid. De tweede zone, goed voor 3,5 gigawatt vermogen, kan er alleen komen als ook de aansluiting op het binnenland, met de intussen beruchte hoogspanningslijnen Ventilus en Boucles du Hainaut, er komen.
Chris Peeters, topman van Elia, beseft dat de timing strak is. Tegen het najaar van 2027 zou Ventilus er moeten liggen. Maar volgens hem zitten we nog op schema. Minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) is strenger. ‘De kranten staan vol met de onbetaalbaarheid van elektriciteit. Dan kun je niet tegelijk zeggen dat we die projecten toch niet gaan goedkeuren.’
Read Again https://news.google.com/__i/rss/rd/articles/CBMiMWh0dHBzOi8vd3d3LnN0YW5kYWFyZC5iZS9jbnQvZG1mMjAyMjEyMTRfOTQ0NDE2OTfSAQA?oc=5
0 件のコメント:
コメントを投稿