Sneller dan verwacht legt minister van Financiën Vincent Van Peteghem zijn wetsontwerp voor de 'sterkeschoudertaks' op de regeringstafel. Ook vennootschappen met een effectenrekening van meer dan 1 miljoen euro komen in het vizier, kmo’s niet.
Tegen de begrotingscontrole van maart 2021 met een voorstel komen voor een vorm van rijkentaks die ondernemen niet ontmoedigt: die opdracht kreeg Van Peteghem van de zeven partijen die op 1 oktober samen in de regering-De Croo stapten. Het geheel baadde in nogal wat verwarring. Volgens de socialisten moesten mensen met meer dan 1 miljoen euro geviseerd worden, de liberalen suggereerden eerder een taks op effectenrekeningen van meer dan 1 miljoen.
Aandelen op naam blijven uitgesloten. Dat wil zeggen dat bedrijfsleiders of aandeelhouders van een kmo niet in beeld komen.
CD&V-minister Van Peteghem heeft er geen gras laten over groeien. En hij heeft de tweede optie gekozen. In stilte heeft zijn kabinet de jongste weken de effectentaks van de regering-Michel herdacht, die het Grondwettelijk Hof eerder heeft vernietigd. De snelheid kan niet los gezien worden van de coronacrisis, die volop woedt. De opbrengst van de taks - 250 à 300 miljoen- moet naar de zorgsector vloeien. Het kind krijgt vermoedelijk ook de naam ‘solidariteitsbijdrage’.
Hoe zit de taks precies in elkaar?
Het kabinet-Van Peteghem wenst niet te spreken van een reparatie van de effectentaks. In plaats van een belasting op de titularissen van een effectenrekening, wordt het een abonnementstaks op de effectenrekening zelf. Wie de effectenrekening in handen heeft, doet er niet meer toe. Dat betekent concreet dat niet alleen natuurlijke personen met een effectenrekening van meer dan 1 miljoen geviseerd worden, maar ook vennootschappen. De doelgroep wordt zo aanzienlijk uitgebreid.
Volgens regeringsbronnen worden daarmee vooral grote holdings en bepaalde Luxemburgse vehikels geviseerd waar de superrijken hun effectenrekeningen aanhouden. Want nieuw is ook dat ook juridische constructies in het buitenland worden opgenomen in de doelgroep. Voor die constructies komt de bijdrage dus boven op de Kaaimantaks. Daarnaast biedt de regering antwoord op de kritiek van het Grondwettelijk Hof dat te veel producten werden vrijgesteld. Onder de oude effectentaks vielen alleen aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, warrants, kasbons, aandelen in beleggingsfondsen en beleggingsvennootschappen (beveks, bevaks...) enzovoort. Nu komen ook afgeleide producten, turbo’s en vastgoedcertificaten in beeld.
Wie betaalt de taks niet?
Een opmerkelijk gegeven is dat de aandelen op naam vrijgesteld blijven. Daarmee wordt volgens de regering tegemoetgekomen aan de zin in het regeerakkoord dat de taks ondernemen niet mag ontmoedigen. De meeste bedrijfsleiders of aandeelhouders van kmo’s en familiebedrijven hebben hun aandelen niet op een effectenrekening staan, maar in een aandelenregister. Investeringsmaatschappijen die in bedrijven investeren via effectenrekeningen komen wel in beeld.
De vraag blijft niettemin of dat onderscheid tussen vennootschappen met effectenrekening en ondernemers met aandelen op naam de toets van het Grondwettelijk Hof overleeft. De regering gaat ervan uit dat dat geen probleem is, omdat geen personen meer worden geviseerd, maar rekeningen. ‘Het opvallende is dat het begrip ‘sterke schouders’ uit de teksten verdwenen is’, zegt fiscaal advocaat Denis-Emmanuel Philippe. 'Door dat criterium eruit te halen, kan men het verschil tussen aandelen op naam en effectenrekeningen verantwoorden. In het vakjargon noemen wij dat een juridische pirouette.'
Wat zijn de bedragen?
Het tarief blijft hetzelfde: 0,15 procent. Nieuw is de drempel. Bij de eerste effectentaks werden alleen rekeningen van meer dan 500.000 euro geviseerd. Dat worden nu rekeningen van meer dan 1 miljoen euro. Wie exact 1 miljoen euro op zijn rekening heeft, betaalt dus 1.500 euro.
Het kabinet-Van Peteghem betwist dat het werken met een drempel een reden van vernietiging was bij de eerste effectentaks. Doordat niet meer op titularissen wordt belast, worden rekeningen ook niet meer samengeteld. Wie onder het oude regime drie rekeningen had met telkens 200.000 euro werd wel belast. Wie onder het nieuwe regime zes rekeningen met telkens 200.000 heeft niet.
Wordt dat geen ontsnappingsroute?
Moeilijk. Het kabinet-Van Peteghem neemt de antimisbruikbepaling uit het wetboek Inkomstenbelasting over. Dat wil zeggen dat de rekeninghouder hij het splitsen van een rekening of het verlagen van het bedrag erop moet aantonen dat hij andere argumenten heeft dan fiscale ontwijking. De financiële instellingen worden mee verantwoordelijk gemaakt.
Komt de taks er echt?
Van Peteghem heeft zijn wetsontwerp in nauw overleg met premier Alexander De Croo (Open VLD) opgemaakt. Een akkoord in de regering is er nog niet, maar het mogelijk wordt de belasting nu vrijdag of dit weekend al op de ministerraad gebracht. Dat de teksten donderdagmiddag uitlekten, is geen goed teken. Mogelijk komt er dus nog vertraging.
Houdt het juridisch nu wel stand?
Volgens het kabinet-Van Peteghem is aan de kritiek van het Grondwettelijk Hof tegemoetgekomen. Volgens Philippe blijft de drempel van 1 miljoen een risico. ‘Als men niet meer spreekt over een taks op de sterke schouders, is het maar de vraag of het Grondwettelijk Hof dat bedrag niet als willekeurig zal beschouwen.' Volgens Philippe ligt de mogelijke opbrengst overigens veel hoger dan wat de regering zelf aangeeft. ‘Dit zou volgens mij tot 600 à 700 miljoen kunnen binnenbrengen.’
0 件のコメント:
コメントを投稿