Is het over en uit met China’s ambitieuze plannen voor een Nieuwe Zijderoute? Peking kijkt kritisch naar de geïnvesteerde miljarden, maar afscheid nemen van Xi Jinpings grootse plan is geen optie. ‘Het zou mij erg verbazen als het passé is.’
We zitten in een bezinningsfase. Peking probeert lessen te leren.
Goede tijden leken te herleven tijdens de rondreis van de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi door Afrika twee weken geleden. Een coronavrije elleboogstoot met president Félix Tshisekedi bezegelde, alsof er verder niets aan de hand was, de toetreding van Congo tot de club van landen die bouwt aan een Nieuwe Zijderoute.
Naast Congo werd ook Botswana lid van het Belt and Road Initiative (BRI, de Engelstalige benaming van de Nieuwe Zijderoute). Dat telt nu zo’n 140 landen, vooral in Azië en Afrika, maar ook in Zuid- en Noordoost-Europa (zie illustratie). Peking investeerde op grote schaal in havens, spoorlijnen en andere infrastructuur - bij elkaar zeker 1.000 miljard dollar - die de handel tussen China en de rest van de wereld een impuls moeten geven en de aanvoer van grondstoffen naar China moeten veiligstellen.
De toetreding van de landen kan niet verhullen dat het project de voorbije jaren sterk onder druk stond. Peking krijgt veel kritiek, en maakt zich grote zorgen over het vermogen van de landen om hun leningen terug te betalen. Door corona komen die nog dieper in de financiële problemen. Peking schat dat 60 procent van de BRI-projecten getroffen wordt door de pandemie.
‘Dramatische koerswijziging’
Vooral ontwikkelingslanden met hun snel groeiende bevolking hebben een enorme behoefte aan infrastructuur. Zij klopten massaal aan bij Peking, dat makkelijker geld uitleende en ook minder eisen stelde dan de Wereldbank en andere geldschieters, die veel nadruk leggen op economische hervormingen en behoorlijk bestuur.
Peking financierde sinds president Xi Jinping in 2013 het startsein gaf honderden projecten. Kenia leende 3,6 miljard dollar voor de bouw van een spoorlijn die de haven van Mombassa verbindt met Nairobi, Sri Lanka 1,3 miljard dollar voor een nieuwe haven, Montenegro 1 miljard dollar voor een snelweg door de bergen.
Wegens de toenemende kritiek en problemen draaiden de Chinese machthebbers de geldkraan de voorbije jaren steeds verder dicht. Volgens het American Enterprise Institute, een denktank uit Washington, daalden de investeringen van 255 miljard dollar in 2017 tot 64 miljard dollar in 2020. De leningen van de staatsbanken die de belangrijkste BRI-projecten financieren, de China Development Bank en de Exim Bank, krompen volgens Boston University van 75 miljard dollar in 2016 tot 4 miljard dollar in 2019.
Eric Olander van het China Africa Project noemde die cijfers in december een ‘dramatische koerswijziging’. ‘De gevolgen zullen enorm zijn. We zijn er zo aan gewend geraakt dat China enorme hoeveelheden geld rondslingert dat het moeilijk voor te stellen is hoe het zal zijn als dat niet langer mogelijk is’, schreef de expert op het gebied van Chinees-Afrikaanse betrekkingen. De cijfers laten zien dat Peking al vóór corona op de rem stond. De jaren van zeer uitbundige economische groei in de Volksrepubliek behoren tot het verleden en de regering vraagt zich af of China niet meer in eigen land moet investeren. Ook neemt de twijfel over het nut van de investeringen toe.
Het zou mij erg verbazen als het passé is. Daarvoor is het politiek veel te belangrijk. Het is een idee van president Xi Jinping zelf
‘Cruciaal onderdeel’
‘We zitten zeker in een bezinningsfase wat het BRI betreft’, zegt Louis Kuijs, het hoofd Aziatische economie van het onderzoeksbureau Oxford Economics, vanuit Hongkong. ‘Peking probeert lessen te leren.’ Hij ziet dat niet als het einde van de Nieuwe Zijderoute. ‘Het zou mij erg verbazen als het passé is. Daarvoor is het politiek veel te belangrijk. Het is een idee van president Xi Jinping zelf’, zegt Kuijs.
Afscheid nemen van het grootse plan van de president, die het in 2017 nog het Project van de Eeuw noemde, is geen optie voor Peking. Tijdens de pandemie wordt niet alleen doorgebouwd, verzekerde Wang Yi eind december op een BRI-bijeenkomst, er worden ook nieuwe deals gesloten. Tot en met september is volgens het Chinese ministerie van Handel 13 miljard dollar geïnvesteerd, een stijging van 30 procent.
We beleven zeker niet het einde van het BRI, denkt Ties Dams. ‘Dit project is een cruciaal onderdeel van wat de internationale nalatenschap van Xi moet worden.’ Maar Peking zag volgens de China-deskundige van Instituut Clingendael de laatste jaren goed dat de Chinese economie ook risico’s loopt. ‘Je moet gewoon genoeg dollars thuis houden. Dat heeft duidelijk de hoogste prioriteit.’
Lang leek ieder project in aanmerking te komen voor een BRI-stempel, ook slecht doordachte prestigeprojecten van regeringsleiders met een bedenkelijke reputatie. De strategische waarde van plannen voor China speelde soms nauwelijks een rol, waardoor de Nieuwe Zijderoute een hoog hapsnapgehalte kreeg. De kwaliteit van het werk liet bovendien vaak te wensen over. Dams: ‘Het was een waanzinnig grote en onoverzichtelijke waaier geworden en het financieel toezicht stelde weinig voor. Peking grijpt dat moment aan om orde op zaken te stellen.’
Er is al heel veel gebouwd. Er is domweg geen behoefte meer aan uitgaven zoals we die vroeger zagen
Er is ook een praktische reden waarom de bedragen dalen, zegt Chris Devonshire- Ellis, de oprichter van een bureau dat adviseert over BRI-investeringen. ‘Er is al heel veel gebouwd. Er is domweg geen behoefte meer aan uitgaven zoals we die vroeger zagen.’ Peking heeft andere prioriteiten, zoals de digitale versie van de Zijderoute. Dus kijkt het kritischer naar nieuwe investeringen in infrastructuur.
Kwart leningen problematisch
Chinese banken hebben harde lessen geleerd. Ze brachten risico’s van leningen onvoldoende in kaart, soms met ernstige gevolgen. Leningen aan het socialistische regime in Venezuela verdwenen in een zwart gat. Zeker een kwart van alle uitstaande Chinese leningen is volgens analisten van Rhodium Group problematisch.
De voorbije jaren regende het verzoeken om heronderhandelingen van landen die in China geld leenden. In 2020 ging het volgens Rhodium Group om 94 miljard dollar aan uitstaande schuld. De banken kiezen bij voorkeur voor uitstel. Kwijtschelden doen ze zelden. Nu ze hun handen vol hebben met een portefeuille vol problematische leningen, lijkt er ook minder ruimte voor nieuwe projecten.
Peking kreeg internationaal steeds meer kritiek. Het Westen verweet China landen met leningen afhankelijk te maken. Het BRI werd gezien als een poging om een nieuwe, door China gedomineerde wereldorde te scheppen. De regering van de vorige Amerikaanse president, Donald Trump, waarschuwde voor de gevaren van ‘roofzuchtige leenpraktijken’ en ‘schulden- diplomatie’. Die angst werd gevoed door gebeurtenissen in Sri Lanka. Het eiland zag zich gedwongen in ruil voor het schrappen van een deel van zijn hoog opgelopen schuld aan Peking de pas gebouwde haven van Hambantota voor 99 jaar aan de Chinezen te leasen.
Ook in de landen die zaken deden met Peking nam het verzet toe. Maleisië en Pakistan heroverwogen Chinese investeringen en bliezen plannen af. ‘De Amerikaanse kritiek maakt weinig indruk. Dat land is in de ogen van Peking onherstelbaar vijandig’, zegt Lee Jones. Hij is expert op het gebied van schuldendiplomatie aan Queen Mary University in Londen. ‘China is wel gevoelig voor kritiek uit BRI-landen.’
Jones zegt nog altijd te wachten op bewijs voor het bestaan van schulden- diplomatie. De gevreesde inbeslagname van havens en spoorlijnen door China gebeurde, ondanks de groeiende financiële problemen, vooralsnog niet.
Politici moeten volgens de onderzoeker stoppen met doen alsof het BRI een Chinees masterplan is om de wereld te overheersen. Volgens hem gaat het om een ‘gefragmenteerde, rommelige en met matig bestuur omgeven verzameling projecten’. Meer transparantie is een goede zaak, net als het bieden van alternatieven voor Chinese leningen. Daar ligt ook een taak voor het Westen, vindt Jones, want de behoefte aan nieuwe infrastructuur blijft.
Olander is benieuwd hoe stevig de vriendschap tussen China en de BRI-landen is als Peking de hand op de knip houdt. ‘Als je een zak geld hebt, is het een stuk gemakkelijker om vrienden te maken. Het wordt interessant om te zien hoeveel vrienden je overhoudt als het geld op is.’
© FD
0 件のコメント:
コメントを投稿