De Amerikanen Ben Bernanke, Douglas Diamond, Philip Dybvig hebben de Nobelprijs Economie gewonnen, zo is zonet bekendgemaakt door Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen. Zij krijgen de prijs voor hun onderzoek naar de stabiliteit van banken en de impact daarvan in financiële crisissen, zoals die in 2008-2009. Bernanke is de meest bekende van de 3: hij is de voormalige topman van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve.
De financiële crisis van 2008-2009 deed destijds veel vragen rijzen over de stabiliteit van banken in zulke situaties en het risico op "bank runs", waarbij rekeninghouders massaal hun spaargeld proberen af te halen. Elk van de drie laureaten van de Nobelprijs Economie heeft het economische inzicht in zulke crisissituaties vergroot, argumenteert de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen.
Ben Bernanke (Brookings Institution), die tussen 2006 en 2014 de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, was, deed in 1983 onderzoek naar het ontstaan van de crisis van de jaren 30, ook wel de Great Depression genoemd. Hij toonde daarbij het belang aan van gezonde, goed draaiende banken voor de economie (en de impact ervan als dat niet het geval is).
Dat was een ommekeer in de economische visie van die tijd, waarbij geredeneerd werd dat het omvallen van banken eerder het gevolg waren - en dus niet de oorzaak - van een haperende economie. De nieuwe kijk van Bernanke werd later meermaals bevestigd door de feiten.
Bank runs
Douglas Diamond (Booth School of Business van de University of Chicago) en Philip Dybvig (Olin Business School van de Washington University in St. Louis) zetten in datzelfde jaar, 1983, een theorie op poten, die aantoonden dat banken een belangrijke rol spelen in het inzetten van spaargeld als economische investeringen, maar dat dat ook net hun zwakke plek is. Want als spaarders panikeren, krijg je bank runs en kan een bank omvallen. Diamond bestudeerde nadien waarom het omvallen van een bank zulke zware consequenties kan hebben voor een economie.
Volgens Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen hebben de drie economen de basis gelegd voor het moderne onderzoek rond banken, maar ook rond de regulering en het beheer ervan. Die kennis heeft een enorm belangrijke rol gespeeld ten tijde van de financiële crisis van 2008-2009, luidt het.
Geen prijs van Alfred Nobel
De Nobelprijs Economie is traditioneel de laatste Nobelprijs die bekendgemaakt wordt. Anders dan de andere prijzen is hij niet in het leven geroepen op basis van het testament van Alfred Nobel, maar door de Zweedse centrale bank in 1969 aan de lijst met Nobelprijzen toegevoegd, ter nagedachtenis van Alfred Nobel. De officiële benaming van de Nobelprijs Economie is dus eigenlijk "Prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economische Wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel". Een commissie van de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen moet jaarlijks de laureaat kiezen.
Bekende laureaten van de Nobelprijs Economie zijn onder meer de Amerikanen Paul Krugman (in 2008) en John Nash (in 1994, zijn leven werd in 2001 verfilmd in "A Beautiful Mind"). Ook opmerkelijk: de prijs is nog maar 2 keer gewonnen door een vrouw: Elinor Ostrom in 2009 en Esther Duflo in 2019.
Vorig jaar werd de Nobelprijs Economie gedeeld door drie mannen: de Canadees David Card, de Amerikaan Joshua D. Angrist en de Nederlander Guido W. Imbens. Card kreeg de prijs voor zijn bijdrage aan de arbeidseconomie, Angrist en Imbest werden bekroond voor hun onderzoek naar oorzakelijke verbanden (bijvoorbeeld tussen arbeid en gezondheid).
De 3 laureaten moeten dit jaar onderling 10 miljoen Zweedse kronen verdelen, goed voor ruim 911.000 euro.
0 件のコメント:
コメントを投稿