Febelfin wijst een verplichte verhoging van de spaarrente af. De bankenfederatie reageert ook terughoudend op de brief van minister Vincent Van Peteghem (CD&V) dat die rente omhoog moet.
Febelfin, de federatie van de banken, reageert negatief op de waarschuwing van minister van Financiën Vincent Van Peteghem dat de rente op spaargeld omhoog moet. Er heerst al enige tijd onvrede over de lage rentevoeten die Belgische banken hanteren op de spaarboekjes, terwijl het rentetarief van de Europese Centrale Bank (ECB) gestegen is tot 3,25 procent.
Vooruit stelde voor dat de overheid een verhoging van de minimumrente op spaarboekjes oplegt, maar zo’n ingreep kan de stabiliteit van de banksector grondig aantasten, zegt Febelfin in een persbericht. ‘Elke bank heeft een ander businessmodel en moet zelf haar risicoanalyse maken en inschatten welke spaarrente zij kan aanbieden.’
In De zevende dag zei staatssecretaris van Begroting Alexia Bertrand (Open VLD) dat ze achter die brief van Van Peteghem staat. Maar ze beschouwt een verplichting om de minimumrente op spaarboekjes op te trekken, zoals Vooruit voorstelde, als het ‘allerlaatste wapen’. ‘Ik heb liever dat de vrije markt en de concurrentie spelen.’
Febelfin voert aan dat de spaarrente niet alleen wordt bepaald door de depositorente van de ECB. ‘Zo werden de banken tussen juni 2014 en juli 2022 geconfronteerd met een negatieve depositorente bij de ECB, waarbij ze moesten betalen om hun deposito’s te plaatsen, terwijl in België wel steeds de minimumrente van 0,11 procent is blijven gelden. De Belgische spaarder heeft dus nooit een nulrente of negatieve rente gekend op de gereglementeerde spaarboekjes, in tegenstelling tot vele andere Europese spaarders.’ In sommige Europese landen ligt de spaarrente wel hoger dan in ons land.
Véronique Goossens, hoofdeconoom bij Belfius, verwees in De zevende dag ook naar de woonkredieten, die de voorbije jaren aan lage rentetarieven werden verleend, en op lange termijn lopen. ‘Het gros van het spaargeld wordt getransformeerd in leningen’, voert ze aan, en niet uitgezet bij de ECB. ‘De nieuwe kredieten hebben een hogere rente, maar die omslag gaat traag, zeker nu de vraag naar kredieten teruggevallen is.’
‘België is een van de weinige landen in Europa waar zoveel kredieten met vaste rentevoeten – de laatste 13 jaar bijna systematisch meer dan 70 procent van de totale productie – voor zo’n lange looptijd worden verleend’, schrijft Febelfin, dat ook aanhaalt dat er veel meer geld op spaarboekjes staat dan er woonkredieten zijn verleend. ‘Concreet: er zijn ongeveer 300 miljard gereglementeerde deposito’s, elke verhoging van de rente met 10 basispunten (minimumrente van 0,11 naar 0,21 procent) op de spaartegoeden kost de sector bijna 300 miljoen euro. Een verhoging van 100 basispunten (of +1 procentpunt) op de spaartegoeden kost de sector 3 miljard euro.’
Tot slot wijst Febelfin naar de bankentaksen in België en de depositogarantie, die volgens de federatie bijzonder hoog liggen en naar de overheid vloeien. De overheid roomt zo geld van de spaarders af dat de banken niet meer aan hen kunnen uitkeren, schrijft Febelfin. De federatie roept de regering op om ‘grondig te reflecteren over de impact van eventuele wettelijke initiatieven op de Belgische banksector, en in het verlengde de hele Belgische economie’.
Read Again https://news.google.com/rss/articles/CBMiMWh0dHBzOi8vd3d3LnN0YW5kYWFyZC5iZS9jbnQvZG1mMjAyMzA1MjFfOTYwNTQ3NzXSAQA?oc=5
0 件のコメント:
コメントを投稿