Ook in mei is het leven weer iets minder snel duurder geworden: de inflatie is verder gedaald naar 5,2 procent, met dank aan de goedkopere elektriciteits- en gasprijzen. Maar het is te vroeg om te juichen: de voedingsprijzen geven nog altijd stevig van jetje met een inflatie van 15,51 procent.
De inflatie in ons land - de algemene stijging van het prijspeil - is in mei weer een beetje gemilderd tot 5,2 procent. Dat blijkt uit cijfers van Statbel, de statistische dienst van de federale overheid. Dat betekent dat het leven wel nog altijd 5,2 procent duurder is geworden dan in mei vorig jaar. In mensentaal: voor een product dat vorig jaar in mei 100 euro kostte, betaal je nu 105,2 euro. In vergelijking met vorige maand gaat die stijging wel weer iets trager.
Die daling van de inflatie is, net als vorige maand, grotendeels te danken aan de energieprijzen. Die liggen maar liefst 21,98 procent lager dan een jaar geleden (toen de prijzen net fors aan het stijgen waren). Elektriciteit is 26,3 procent goedkoper, aardgas zelfs 60,4 procent.
Voeding
Een volledig ander plaatje zie je bij voeding: de prijzen stijgen daar nog altijd met 15,51 procent. Daarmee dragen ze deze maand voor meer dan de helft (2,98 procentpunten om precies te zijn) bij aan het algemene inflatiecijfer. Haal je de fors dalende energieprijzen uit de berekening, dan stijgt de inflatie zelfs nog tot 9,3 procent.
Vooral de prijzen voor oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees zijn fors gestegen. Zo bedraagt de inflatie voor oliën deze maand 19,9 procent, voor vis gaat het om 12,2 procent, voor zuivelproducten om 23,8 procent, voor brood en granen 15,9 procent en voor vlees 12,9 procent.
0 件のコメント:
コメントを投稿