Vooruit-voorzitter Conner Rousseau pleit ervoor de subsidies voor 'professionele diesel' af te bouwen. De transportsector vreest een averechts effect.
Als de federale regering haar budget voor 2022 onder controle wil houden én een klimaatvriendelijker beleid wil voeren, zou ze de brandstofsubsidies aan de transportsector moeten afschaffen. Dat zei Conner Rousseau, de voorzitter van Vooruit dinsdag in De Morgen.
Sinds 2004 profiteren transportbedrijven voor middelgrote en grote vrachtwagens van een fiscaal gunstregime. Per liter krijgen ze achteraf een deel van de accijnzen terug. Door de gestaag gestegen accijnzen op diesel, is ook het gunstregime steeds uitgebreid.
De essentie
- Vooruit-voorzitter Conner Rousseau wil komaf maken met het fiscale gunstregime van de professionele diesel.
- Die regeling dempt de brandstofkosten van transportbedrijven jaarlijks met 733 miljoen euro.
- De sector vreest dat het afschaffen van de regeling het behalen van de klimaatdoelstellingen niet dichterbij zal brengen.
De redenering daarachter was dat de hogere accijnzen vooral tot doel hadden de particuliere automarkt van haar dieselverslaving af te helpen. Voor het goederentransport is dat echter een stuk complexer. Benzine is geen alternatief voor vrachtwagens en elektrische trucks bestaan nog nauwelijks, waardoor professionele diesel van die extra accijnzen bespaard bleef.
Van de ruim 60 cent accijns die per liter diesel in ons land geheven wordt, krijgen de transporteurs met dank aan de professionele diesel achteraf 24,7 cent per liter terug.
Die accijnsverhogingen en de vrijstelling daarvan voor professionele diesel maakten wel dat de accijnzen die de overheid jaarlijks misloopt door de professionele diesel de voorbije jaren stevig zijn opgelopen: van 184 miljoen euro in 2015 naar 733 miljoen euro in 2019. Rousseau ziet daarin laaghangend fruit om niet alleen geld te besparen maar vooral ook de vergroening van het vrachtvervoer een extra impuls te geven.
Het afschaffen van de professionele diesel zou netto juist tot meer gederfde accijnsinkomsten leiden dan het huidige systeem.
‘Maar met het afschaffen van de professionele diesel ga je de klimaatdoelstellingen helemaal niet bereiken’, zegt Lode Verkinderen, directeur van de wegtransportorganisatie Transport en Logistiek Vlaanderen. Hij wijst erop dat emissievrije vrachtwagens nog veel meer in de kinderschoenen staan dan bijvoorbeeld elektrische auto’s.
'Terwijl een elektrische auto nu nog 20 tot 30 procent duurder is dan eenzelfde model met een benzine- of dieselmotor, is dat verschil bij vrachtwagens al snel 250 tot 400 procent', zegt Verkinderen. Waar de nieuwprijs van trucks voor een trekker-opleggercombinatie begint rond 100.000 euro, bedraagt die bij de enkele elektrische vrachtwagens die nu beschikbaar zijn al snel 350.000 euro.
Geld dat de transporteur moet terugverdienen. ‘De sector werkt al met zeer lage marges. Die extra kosten zouden dus zeker worden doorgerekend aan de klanten’, zegt Verkinderen. Een rentabiliteitsstudie van ING waarin de kosten van een elektrische vrachtwagen met een klassiek dieselexemplaar werden vergeleken, toont aan dat de prijs per kilometer van een e-truck al al snel 50 procent hoger ligt dan die van een dieselvrachtwagen.
Nu tanken ook veel buitenlandse vrachtwagens in België. Dat levert de Belgische schatkist ook nog altijd accijnzen op. Als de professionele diesel wordt afgeschaft, vallen die inkomsten weg en gaan Belgische transportbedrijven als het even kan in het goedkopere buitenland tanken. Volgens Verkinderen zou dat ‘netto juist tot meer gederfde accijnsinkomsten leiden dan het huidige systeem’.
0 件のコメント:
コメントを投稿