2021年11月6日土曜日

'Verplichte renovatie kan huizenprijzen ook doen dalen' - De Tijd

De uitdaging bij uitstek in Vlaanderen om de klimaatdoelstellingen te halen is een complete make-over van het verouderde en versnipperde woonpatrimonium. Voor huurders, jonge gezinnen en huishoudens met een beperkt inkomen dreigt een enorme factuur.

‘Die dorpel gaat er best uit, helaas. Ideaal zou zijn om de isolatie 40 centimeter diep in de grond te steken en dus zit die arduinen steen in de weg.’ Bram Cornette en Yasmine Biesemans staan voor hun rijhuis in Gent, niet ver van het UZ, waar architect Stijn Gaudissabois hen uitlegt wat er met de voorgevel moet gebeuren. Er komt een laag isolatiemateriaal tegen en witte crepi errond. De ramen worden vernieuwd en de oude rolluiken - ‘enorme koudebruggen’ - worden vervangen door geïntegreerde elektrische exemplaren.

Gaudissabois is renovatiecoach van de Energiecentrale, een initiatief van de stad Gent. Inwoners kunnen zich door zo’n coach gratis laten bijstaan in het niet altijd even overzichtelijke proces van een energetische renovatie. Gewapend met een tablet en een groene vouwmeter gaat hij het huis van Bram en Yasmine rond om ramen en muren op te meten. Met die informatie vraagt hij offertes aan, waaruit de eigenaars vervolgens kunnen kiezen.

Het jonge koppel - beiden zijn 29 - kon de oude arbeiderswoning vijf jaar geleden tegen een gunstige prijs overkopen van Yasmines ouders. Het is het zuidelijk georiënteerde huis waar ze allebei op kot zaten als studenten geneeskunde, en waar het in de zomer binnen altijd te heet is en in de winter te koud. De EPC-score - het cijfer op het energieprestatiecertificaat dat bij elke transactie moet worden opgemaakt - bedraagt 472, slechter dan het Vlaamse gemiddelde van 418. ‘Er is bijna geen isolatie, onder het dak zie je bijvoorbeeld maar een heel dun laagje.’ Aan die problemen mocht met de komst van hun zoontje Otis, twee maanden oud, eindelijk iets gebeuren, vonden ze.

De hele buitenschil wordt ingepakt. Ook het dak en de achtergevel worden volledig geïsoleerd, met nieuwe ramen en zonnewering om de hitte buiten te houden. ‘Het voordeel is dat bijna alle werken van buitenaf gedaan kunnen worden’, zegt Gaudissabois. Ze vervingen zelf al de oude verwarmingsketel door een zuiniger exemplaar op gas. Ze waren niet van plan zonnepanelen te leggen, maar door de hoge energieprijzen nu overwegen ze dat wel. De totale kostprijs schatten ze op maximaal 100.000 euro, maar die zal waarschijnlijk lager uitkomen. ‘Het is ons eerste huis, we gaan hier ook geen 15 jaar wonen. Maar het is onze prioriteit om het hier duurzamer te maken. De keuken en de vloer willen we ooit ook aanpakken, maar dat kan later nog.’

Als de werken zijn afgerond, maakt het Gentse rijhuis een enorme sprong in energiezuinigheid naar energielabel B. Om helemaal klimaatproof te zijn, zou het nog net een trapje hoger moeten, naar label A. Dat komt overeen met een EPC-score van maximaal 100 of een energieverbruik van minder dan 100 kilowattuur per vierkante meter. Daar ligt de lat: in Vlaanderen zou elke woning tegen 2050 even energiezuinig moeten zijn als nieuwbouwwoningen waarvoor de vergunning in 2015 of later werd aangevraagd.

Dat wordt een waanzinnige opdracht. Voorlopig voldoet amper 4,6 procent van de ongeveer 3 miljoen woningen in Vlaanderen aan dat streefdoel. Nog bijna 2,9 miljoen te gaan dus, goed voor zo’n 95.000 woningen per jaar. Om die doelstellingen te halen heeft de Vlaamse regering deze week de renovatieplicht afgeklopt. Wie na 1 januari 2023 een woning met een EPC- label E of slechter koopt, zal die binnen de vijf jaar moeten renoveren tot het niveau D. Ook voor de verhuur van een woning komt er een nieuwe zuinigheidseis. Verhuren zal pas kunnen als de woning minstens het EPC-label E heeft. Op die manier hoopt de regering de opstap te kunnen maken naar een volledig energiezuinig gebouwenpark. Maar eigenlijk is de oefening nog moeilijker’, zegt milieueconoom Johan Albrecht van de UGent en de denktank Itinera. ‘Energielabel A wil niet zeggen dat die woningen geen energie gebruiken. We hopen dat we voor energie tegen 2050 kunnen rekenen op elektriciteit die op een hernieuwbare manier geproduceerd wordt. Als dat niet zou lukken, zijn ook die woningen met label A niet koolstofneutraal.’

Die enorme renovatieslag is een van de grootste uitdagingen in onze regio om de opgelegde klimaatdoelstellingen te halen. Ons gebouwenpark, en voornamelijk de verwarming ervan, is goed voor 16 procent van alle broeikasgasemissies in Vlaanderen. Die emissies worden voor 40 procent gereguleerd door de Europese emissiehandel (ETS). Dat systeem, waarbij de vervuiler betaalt voor uitstoot, doet de uitstoot van sectoren als de industrie en de energieproductie jaar na jaar dalen. Maar wat erbuiten valt, evolueert minder gunstig. Daarin spelen onze huizen, met 28 procent van de uitstoot die buiten het systeem valt, een hoofdrol.

Ons gebouwenpark, en voornamelijk de verwarming ervan, is goed voor 16 procent van alle broeikasgasemissies in Vlaanderen.

Europees staan we er slecht voor, dat leert een blik op de U-waarde. Die graadmeter gaat na hoeveel warmteverlies er is via daken, vloeren, muren en ramen. Hoe kleiner de waarde, hoe minder warmteverlies. Op die ranglijst staat België opnieuw achteraan. Alleen zuiderse landen zoals Spanje, Italië en Griekenland hebben een slechtere isolatiewaarde. Dat is niet verwonderlijk met een gebouwenpark waarvan 61 procent van de gebouwen dateert van voor 1970. Het Belgische gebouwenpark behoort daarmee tot de oudste van Europa, en is vergelijkbaar met dat van Zweden, Denemarken en Duitsland.

Data-analyse

Ook in Vlaanderen dateert meer dan de helft van de gebouwen van voor 1970. Het zwaartepunt van het probleem ligt voor een groot deel in onze centrumsteden. Daar is de renovatienood het grootst. Uit een data-analyse van De Tijd blijkt dat 9 van de 13 Vlaamse centrumsteden in de probleemgroep vallen van gemeenten met een hoog aandeel verouderde gebouwen (daterend van voor 1970) en een laag aandeel recente renovaties (uitgevoerd sinds de jaren 90).

De uitschieter is Antwerpen, dat opvalt vanwege het oudste patrimonium. 72 procent van de gebouwen dateert er van voor de jaren 70, het hoogste aandeel van alle 300 Vlaamse gemeenten. Voor 78 procent van die gebouwen is geen renovatie bekend sinds 1990. In Oostende is het aandeel niet-gerenoveerde huizen nog groter. Voor bijna 9 op de 10 gebouwen is geen recente renovatie bekend, terwijl de helft (52 procent) er dateert van voor 1970. Andere kustgemeenten zoals Nieuwpoort, Middelkerke en Knokke-Heist scoren beter dankzij een jonger gebouwenpark.

In Gent, de op een na grootste Vlaamse centrumstad, dateert 65 procent de gebouwen van voor 1970 en is van 73,5 procent geen recente wijziging bekend. Ook historische stadscentra als Brugge, Leuven en Mechelen hebben veel oude gebouwen, maar daar ligt het aantal recente renovaties iets hoger. Verder bestaat de probleemgroep vooral uit kleinere provinciesteden als Ninove, Harelbeke of Ronse. Plattelandsgemeenten scoren over het algemeen goed door een groter aandeel nieuwbouwwijken en/of een hogere renovatiegraad.

‘We staan er slecht voor omdat we vrij laat waren met de introductie van energieregulering voor de nieuwbouwsector, zoals isolatieverplichtingen’, zegt Albrecht. ‘In de Scandinavische landen maar ook in Frankrijk is dat eerder gebeurd. En daar betalen we nu de prijs voor. De meeste woningen in ons land zijn zeer oud en dus gebouwd zonder enige energieregels. Een hoop daarvan zijn gerenoveerd en geïsoleerd. Het is niet allemaal zwart-wit. Maar pas rond 1993 zijn in Vlaanderen regels ingevoerd en kwam er meer ambitie. Daarvoor ging het meer om aanbevelingen die niet werden afgedwongen in de vergunningsprocedure.’

Uit de data valt ook een gelijkaardig patroon in elke centrumstad op. De renovatienood is het hoogst in wijken waar de inkomens lager zijn. Maar het is niet alleen een probleem van arme wijken. De renovatienood ligt ook hoger in wijken waar veel jongeren - los van financiële gezondheid - en veel huurders wonen. De verklaring ligt voor de hand. Lagere inkomens hebben vaak niet de eigen middelen om hun woning aan te passen, jongeren evenmin. En beide groepen zijn vaker huurders die zelf niet instaan voor de kwaliteit van hun woning.

Grootste drempel

Geld is barrière nummer één om te overwinnen. Michael Ryckewaert, professor Stedenbouwkunde aan de VUB en verbonden aan het Steunpunt Wonen van de Vlaamse overheid, is een van de auteurs van een studie die dat financieringsprobleem twee jaar geleden becijferde. Hij kwam uit op een gemiddelde kostprijs van 52.000 à 55.000 euro per woning om ze energetisch te renoveren. Bij woningen van voor 1945 is dat zelfs 72.000 euro. En zelfs aan die van na 2000 zijn gemiddeld 30.000 euro renovatiekosten.

Dat brengt de totale som om elk huis klaar te maken voor 2050 op 137 tot 145 miljard euro, of 4,5 tot 5 miljard euro per jaar. ‘Dat lijkt een enorm bedrag, maar je moet weten dat in Vlaanderen al elk jaar voor 6 miljard euro wordt gerenoveerd. Dat plaatst de cijfers wel in perspectief. Maar in die bestaande jaarlijkse omzet zitten ook werken die niet alleen gericht zijn op energieprestaties. Het renovatieritme moet hoger, maar we zullen ook moeten sensibiliseren om de prioriteit bij renovaties naar energie te duwen.’

In de praktijk zijn de meeste eigenaars absoluut niet geïnteresseerd in de energieprestatie van hun huis.
Johan Albrecht
Milieueconoom UGent en denktank Itinera

Precies daar ligt volgens Albrecht de grootste drempel. ‘In de praktijk zijn de meeste eigenaars absoluut niet geïnteresseerd in de energieprestatie van hun huis. De meeste mensen die effectief renoveren nadat ze een oude woning hebben gekocht, willen de functionaliteit, het comfort en hun levenskwaliteit verbeteren. Dat drijft echt de renovaties.’ Albrecht baseert zich op een onderzoek door de Europese Commissie uit 2019, op basis van een analyse van 18.000 uitgevoerde renovatieprojecten en gesprekken met eigenaars, architecten en bouwbedrijven. Conclusie: in Europa is 90 procent van de uitgevoerde energetische renovaties een nevenproduct van andere renovaties.

Met andere woorden: de designkeuken met terrazzo werkblad krijgt voorrang op hoogrendementsglas. Yasmine en Bram, het Gentse koppel dat de renovatiecoach in de arm nam om hun rijhuis compleet in te pakken, vormen dus eerder een uitzondering. Albrecht: ‘In werkelijkheid hebben mensen weinig budget, ze kunnen niet zomaar alles tegelijk doen. De meesten pakken het stapsgewijs aan: je koopt een woning, doet een structurele verandering, en dan is het geld op. Na tien jaar kan je denken aan een nieuw dak. Dat betaalt zich ook onmiddellijk terug. Als je een slechte kleine woning koopt en je kan die uitbreiden, dan stijgt onmiddellijk de marktwaarde. Als je die houdt en je alleen isoleert, heb je een woning waarin niemand wil gaan wonen. De CO₂-uitstoot is niet de grootste kopzorg.’

Albrecht onderzocht ook de financieringskloof die bestaat voor renovaties, en die is diep. Ongeveer 45 procent van de eigenaars ontbreekt het aan middelen om hun woning onder handen te nemen. In de studie die Ryckewaert en collega’s uitvoerden voor Steunpunt Wonen kwamen ze uit op een acuut probleem van 30 miljard euro, een vijfde van de 137 à 145 miljard die de komende 30 jaar nodig zijn om huizen energiezuiniger te maken. ‘Het gaat om een groep eigenaars die niet over voldoende vermogen beschikken, en om kwetsbare huurders die in de problemen komen als hun gebouw gerenoveerd wordt en de kosten daarvoor worden doorgerekend.’

Om dat gat te dichten en om eigenaars te motiveren bestaat al een waaier aan premies, zowel voor individuele ingrepen als voor een complete energetische renovatie. In het kader van de renovatieplicht die ingaat vanaf 2023 voorziet de Vlaamse regering in een renteloze lening van 20.000 euro, boven op de bestaande premies. Wie zijn woning renoveert tot het EPC-label C, B of A zal kunnen genieten van premies en een lening met een negatieve rente tot maximaal 1,5 procent.

Volgens Ryckewaert is belangrijk dat overheidsmiddelen primair worden gericht op die groepen die het nodig hebben. ‘Vandaag zijn veel premies algemeen en niet gebonden aan inkomens. Dat kunnen we ons niet meer goed veroorloven. De middelen die we kunnen besteden moeten gaan naar groepen van wie we weten dat ze het niet kunnen betalen.’

Om mensen over premies te informeren en zelfs bij hun volledige renovatie te adviseren zijn ook almaar meer onafhankelijke specialisten beschikbaar. Een groeiend aantal gemeentelijke en provinciale overheden maakt renoveren laagdrempeliger door hun inwoners gratis of goedkoop te koppelen aan coaches. In Gent wil De Energiecentrale een onestopshop zijn voor begeleiding bij energiezuinige aanpassingen. Dat mondde sinds 2014 uit in meer dan 6.000 adviezen en ruim 3.000 opgevolgde renovaties. ‘Een aanpak op maat is nodig omdat bij ons elk huis anders is’, zegt Mieke Maerten van De Energiecentrale.

45 procent van de eigenaars kan een energetische renovatie dus niet betalen, volgens de cijfers van Albrecht. Dat betekent dat een kleine meerderheid het wel kan. ‘Maar slechts weinigen doen het. En daar zit de hefboom. We moeten een groter deel van zij die het wel kunnen proberen te activeren.’ Daarom is hij voorstander van de renovatieplicht die door de Vlaamse regering werd beslist. Die kan ertoe leiden dat iedereen die een huis koopt wordt geholpen om te renoveren door extra premies. ‘Voor mensen met genoeg koopkracht is dat niet onoverkomelijk’, zegt Albrecht. ‘En je weet dat in de loop van de komende 30 jaar een groot deel van de woningen van eigenaar zal wisselen. De verplichting zal dus zeker impact hebben.’

We kunnen stilaan niet meer om een verplichting heen.
Michael Ryckewaert
Professor Stedenbouw- kunde VUB

‘We kunnen stilaan niet meer om een verplichting heen’, zegt ook Ryckewaert. ‘Het lijkt politiek een onpopulaire maat- regel, maar het kan ook kansen bieden. Het kan een milderend effect hebben op de huizenprijzen. Kopers zullen er in hun biedingen rekening mee houden dat ze budget moeten overhouden voor renovatie, omdat het niet meer kan worden uit- gesteld.’

Op zoek naar een streepje optimisme merkt Albrecht op dat je niet per se alle woningen moet renoveren. ‘Er zijn ook andere interventies die een woning koolstofneutraal maken. In Kopenhagen is 98 procent van de woningen gekoppeld aan een warmtenetwerk. Verwarming komt van collectieve stookinstallaties, en vandaag zijn die nog deels fossiel, maar tegen 2025 hernieuwbaar, waardoor alle warmte voor de huizen van de stad duurzaam en koolstofneutraal wordt. De eigenaars moeten zich dus niet suf piekeren over renoveren. De klus wordt geklaard door iemand anders. Dat is echt ontzorgen. Wij hebben hier geen gelijkaardige warmtenetten, maar het zou bizar zijn mocht hier niks mogelijk zijn.’

Een extra ingebouwd nadeel aan ons patrimonium is de typische versnippering, zowel wat betreft de eigendomsstructuur als de bouwcultuur, met hyperindividuele woningen. Dat maakt grootschalige collectieve renovatieprojecten bij ons erg moeilijk. Nederland zet er wel sterk op in, maar daar wordt 29 procent van de huizen beheerd door grote wooncorporaties en zijn er veel meer uniforme wijken. Dan ligt het een pak meer voor de hand om bijna straat per straat klimaatproof te maken. Ryckewaert haalt ook het voorbeeld aan van Estland, dat ver staat in de renovatie van oude Sovjetblokken, goed voor honderden woningen in één keer.

In Mechelen proberen ze het. In een jaren 60-wijk in het zuiden van de stad vatte Simon De Rijcke, een 35-jarige ingenieur, het plan op zijn buren op sleeptouw te nemen. Hij kocht er twee jaar geleden een huis en merkte dat ook enkele anderen interesse hadden om hun ruim 50 jaar oude woning deftig te isoleren. Samen schreven ze 160 bewoners aan met de vraag mee te stappen in een traject van collectieve energetische renovatie. Ze peilden naar interesse in ingrepen als isolatie, een groendak en zonnepanelen. Van 34 bewoners kwam een positief antwoord. Ze klopten aan bij de stad Mechelen en kregen een aanspreekpunt in de persoon van renovatiecoach Kristof Peerens, die nu volop bezig is met het opstellen van voorbeeldoffertes.

‘We hopen het schaalvoordeel te kunnen uitspelen en de prijs te drukken. We willen vooral ook informatie delen, zoals tips over aannemers’, zegt De Rijcke. ‘Zodat de drempel lager komt te liggen. Uiteraard krijg je nooit iedereen mee. Door het collectief te organiseren is te hopen dat twijfelaars toch meedoen. Maar ook al is het een uniforme wijk, je hebt wel 160 huizen en dus 160 eigenaars. En dat is een heel diverse groep. Sommigen wonen hier al sinds de huizen gebouwd zijn. Dan kunnen de meningen over het uitzicht van de voorgevels sterk verschillen.’

Het is voordeliger als één vrachtwagen ineens tien huizen kan beleveren dan dat die tien keer moet komen.
Simon De Rijcke

‘We zullen geen 34 identieke ramen voor in de voorgevels kunnen bestellen. Er zal nog heel veel individueel gebeuren. Maar we hopen wel collectief spouwmuren te isoleren. Het is voordeliger als één vrachtwagen ineens tien huizen kan beleveren dan dat die tien keer moet komen.’ De Rycke benadrukt dat een project als dit van onderen uit, van de buren zelf, moet komen. ‘Wanneer dit geslaagd is? Daar ben ik heel bescheiden in. Ik ben me er heel goed van bewust dat iedereen zijn eigen keuze heeft.’

De collectieve aanpak is hier een kleiner deel van de oplossing, maar het is wel een recept dat werkt in de sector van de sociale huisvesting. En dat is goed, want het wordt cruciaal om in mechanismen te voorzien waardoor ook de meest kwetsbaren worden meegetrokken in de renovatieslag, benadrukken de experts. Als dat niet gebeurt, zullen we tegen 2050 een duale samenleving zien, zegt Albrecht. Met een groot deel koolstofarme woningen met lage energiekosten voor de hogere inkomens, en inefficiënte huizen gekoppeld aan fossiele energie voor de lagere inkomens.

‘Dat moeten we voorkomen. We spreken al tientallen jaren over de nood aan meer sociale huurwoningen. Die dynamiek moet worden opgeschaald. Dat is essentieel om de lagere inkomens ook mee te krijgen in een verhaal van klimaatneutraliteit. Het is belangrijk om de middenklasse in actie te krijgen, maar een groot deel van de bevolking moet niet eens denken aan investeren. Dat zijn mensen op de huurmarkt met een laag inkomen die nu veel betalen voor energie. Die moeten ook mee in het verhaal worden getrokken. En daarvoor is meer ambitie van de overheid nodig.’

Adblock test (Why?)

Read Again https://news.google.com/__i/rss/rd/articles/CBMia2h0dHBzOi8vd3d3LnRpamQuYmUvb25kZXJuZW1lbi92YXN0Z29lZC92ZXJwbGljaHRlLXJlbm92YXRpZS1rYW4taHVpemVucHJpanplbi1vb2stZG9lbi1kYWxlbi8xMDM0NDQzOS5odG1s0gEA?oc=5

0 件のコメント:

コメントを投稿