Voor het eerst in meer dan een jaar houdt de ECB de rente ongewijzigd.
De depositorente in de eurozone blijft op 4 procent. Dat heeft de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) donderdag beslist. Daarmee is de rentepauze die de bank vorige maand in het vooruitzicht stelde, een feit. De beslissing om de rente ongewijzigd te laten, heeft te maken met de dalende inflatie. In september kwam het cijfer uit op 4,3 procent, fors lager dan de 5,2 procent in augustus. Dat lijkt erop te wijzen dat de vorige renteverhogingen effect hebben. De ECB-vergadering vond uitzonderlijk plaats in Athene en niet, zoals gewoonlijk, in Frankfurt.
De ECB startte in juli vorig jaar met een reeks van in totaal tien renteverhogingen. De depositorente ging in die periode van -0,5 procent naar 4 procent. Voorzitter Christine Lagarde gaf vorige maand al aan dat de pauze die nu begonnen is, lang kan duren. De ECB wil de rente op 4 procent houden tot de inflatie duidelijk op weg is naar het niveau van 2 procent. Pas als daarover geen twijfel is, kan de rente opnieuw naar beneden. De ECB volgt trouwens het voorbeeld van de Amerikaanse Federal Reserve. Die heeft ook zijn reeks renteverhogingen voorlopig beëindigd.
Maar intussen zijn er, los van de inflatie, nieuwe problemen ontstaan. De marktrente, die niet door de centrale banken, maar door beleggers wordt bepaald, loopt steeds verder op. Dat veroorzaakt problemen in de reële economie, gaande van een terugval in hypotheekaanvragen tot het vertragen van de energietransitie.
Tegelijk is ook de oorlog in het Midden-Oosten een bron van onzekerheid, die de monetaire beleidsmakers niet naast zich neer kunnen leggen. Vooral de impact op de olieprijs is van belang. Als de oorlog verder escaleert, zal olie duurder worden, wat de inflatiedreiging weer aanwakkert. Met zoveel onzekere factoren, is een pas op de plaats de meest logische keuze, oordelen de ECB-bankiers.
0 件のコメント:
コメントを投稿