De familie Boas probeert het Zaventemse luchtvaartbedrijf Asco opnieuw van de hand te doen, twaalf maanden nadat de verkoop ervan in het water viel. Dat vernam De Tijd.
Het Amerikaanse luchtvaartbedrijf Spirit Aerosystems kondigde op 3 mei 2018 de overname aan van de Belgische producent van vliegtuigonderdelen Asco. Het prijskaartje: 650 miljoen dollar (541 miljoen euro). De familie Boas, drie generaties lang de eigenaar van het bedrijf, gaf de fakkel door, onder meer omdat ze de investeringen om competitief te blijven niet meer alleen kon dragen. Sommige familieleden waren bovendien vragende partij om te cashen.
De aankondiging veroorzaakte een aardverschuiving in de Belgische luchtvaartsector. Asco is een van de drie grote Belgische toeleveranciers aan de luchtvaartindustrie, samen met Sonaca en Sabca. Het heeft een stevige positie in 'slats' en 'flaps' (beweegbare onderdelen van vliegtuigvleugels) en is aanwezig in bijna alle belangrijke programma’s voor grote burgervliegtuigen (Dassault, Embraer, Bombardier, Boeing en Airbus). De Zaventemse groep levert ook al jaren onderdelen voor het gevechtsvliegtuig F-35 van Lockheed Martin, het model dat de verouderde Belgische F-16's moet vervangen.
De essentie
- Na de mislukking van de verkoop van Asco aan het Amerikaanse Spirit Aerosystems probeert de familie Boas opnieuw een koper te vinden.
- Of de huidige gesprekken in een deal zullen uitmonden, is niet bekend.
- Asco werd net als alle luchtvaartbedrijven hard getroffen door de coronacrisis, maar zou dit jaar aan de beterhand zijn.
Twee jaar later viel de overname in het water, omdat Asco niet (tijdig) kon voldoen aan de overname-eisen van de Europese Commissie. Maar dat was niet de enige tegenvaller. In 2019 werd Asco het slachtoffer van een cyberaanval, die het bedrijf wekenlang platlegde. Alsof dat niet genoeg was, legde Boeing de productie van zijn 737 MAX, goed voor bijna 10 procent van Asco’s omzet, heel lang stil. Vervolgens sloeg de coronacrisis toe, die de luchtvaartsector op zijn grondvesten deed daveren.
Tweede poging
Ondanks die tegenslagen doet de familie opnieuw een verkooppoging. Hoe ver die gesprekken zitten, is onduidelijk. De zakenbank Lazard begeleidt de familie Boas in die zoektocht.
Christian Boas, de CEO van Asco, wil geen commentaar kwijt. In een gesprek met de Tijd eind vorig jaar zei hij dat Asco na de mislukte deal met Spirit zijn onafhankelijke koers zou voortzetten. 'Onze eerste prioriteit is de coronacrisis door te komen', zei hij toen. 'Maar we houden de markt goed in het oog. Onze sector kent weinig spelers. Bij de vliegtuig-, de motoren- en de structuurbouwers is al langer een fusie- en overnamegolf aan de gang.' Hij voegde eraan toe dat hij vaak telefoons krijgt van geïnteresseerde partijen. 'Verkopen is geen probleem. De vraag is tegen welke prijs.'
Coronaklap
Asco werd net als de andere luchtvaartbedrijven stevig getroffen door de coronacrisis. De groepsomzet dook vorig jaar een derde lager naar 203 miljoen euro. Operationeel zakte het bedrijf 27 miljoen in het rood. Het jaar voordien boekte Asco nog een operationele winst van 20 miljoen. De nettowinst van 2019 (8 miljoen) werd in het coronajaar een verlies van bijna 40 miljoen.
Verkopen is geen probleem. De vraag is tegen welke prijs.
De federale regering stopte Asco vorig jaar geld toe om zijn balans te versterken. Via de FPIM, haar financiële arm, kocht ze voor 30 miljoen euro winstbewijzen van het luchthavenbedrijf. Volgens Christian Boas had Asco die steun niet nodig om te overleven. 'De Belgische regering ziet de luchtvaart als een strategische sector. Ook andere luchtvaartbedrijven kregen steun. Er was dus geen reden om het niet te doen.’
In 2021 zouden de verliezen deels goedgemaakt worden. De coronacrisis is voor een stuk achter de rug en Boeing hernam de productie en leveringen van de 737 MAX.
0 件のコメント:
コメントを投稿