2019年3月27日水曜日

Het einde van het vrije internet? Welnee - De Standaard

De nieuwe Europese richtlijn op het auteursrecht is gisteren met een vrij ruime meerderheid goedgekeurd in het Europees Parlement. Zelfs de omstreden artikels 11 en 13, waarover tot de laatste minuut druk is gepalaverd, gelobbyd en betoogd.

Zelden heeft een stemming in het ­Europees Parlement evenveel emoties losgemaakt als die van gistermiddag, over de Europese richtlijn op het auteursrecht. Dat de richtlijn erdoor zou komen, was nochtans ...

Zelden heeft een stemming in het ­Europees Parlement evenveel emoties losgemaakt als die van gistermiddag, over de Europese richtlijn op het auteursrecht. Dat de richtlijn erdoor zou komen, was nochtans zo goed als een uitgemaakte zaak. Het Parlement had in september 2018 al ingestemd om met de Europese Raad en de Europese Commissie een ­definitieve tekst te onderhandelen, en die onderhandeling had in februari resultaat opgeleverd. 

Toch heeft het maar een haar gescheeld of de tegenstanders hadden ook kunnen stemmen om artikels 11 en 13 uit de tekst te verwijderen. Die mogelijkheid is met een verschil van 5 stemmen afgewend. Dat was voor politici erg aantrekkelijk, zo vlak voor de verkiezingen: wél stemmen voor een vernieuwd auteursrecht, maar niet voor twee passages die vele duizenden Europeanen boos maken. De belangrijkste vragen (en antwoorden).

1. Wat is de bedoeling van de richtlijn op het auteursrecht?

Simpelweg: het auteursrecht aanpassen aan de digitale realiteit van 2019. Deze ‘modernisering’ bleek echter al vrij snel neer te komen op een herverdeling van de lasten en de lusten op het internet. Die lusten gaan te veel naar een handvol bedrijven, vooral Google en zijn filiaal Youtube, plus Facebook. Die verdienen miljarden aan de reclame die ze aan ­Europeanen vertonen, waarbij ze kunnen profiteren van het werk van Europese ­artiesten. Die willen daar beter voor worden vergoed.

Het artikel 13 moest ertoe leiden dat muzikanten meer geld zien van video’s waarin hun muziek wordt ­gebruikt. Het doet dat door websites als Youtube zelf aansprakelijk te maken voor misbruik. Dat verplicht hen tot het installeren van filters. Het artikel 11 wil dat Google (en anderen) betalen aan de uitgevers van nieuws om te ‘mogen’ doorverwijzen naar nieuws. Een ‘taks op internetlinks’, noemen critici dat.

2. Is dit nu het einde van het (vrije) ­internet?

Ach, welnee. Om de oppositie tegen een tekst te organiseren en te motiveren, ­hebben tegenstanders het (wellicht met de beste bedoelingen) zo scherp gesteld. 

Wat wel klopt: in eerdere versies van het artikel 13 lag de nadruk wat te veel op filteren. Het risico bestond dat websites, onder schrik voor grote boetes, ­liever te veel dan te weinig inhoud ­zouden blokkeren. Maar inmiddels zijn er voldoende uitzonderingen expliciet in de tekst gezet om te zorgen dat parodieën en internetmemes in ieder geval mogelijk blijven. 

Bovendien: zelfs als een video ten ­onrechte wordt geblokkeerd door een te streng ­algoritme, is er altijd nog de ­mogelijkheid om die automatische be­slissing te laten herevalueren door een mens. Die ­video’s worden dus niet ‘ver­boden’ of ‘gecensureerd’, ze verschijnen in het ergste geval een paar uur of een paar dagen ­later.

3. Zijn journalisten nu gered, dankzij een stroom van extra geld voor hun werk? 

Dat was de bedoeling van artikel 11, maar die buit is nog (lang) niet binnen. Artikel 11 werkt immers via een ingewikkelde (en volgens heel wat juristen krakkemikkige) tussenstap: er wordt een nieuw soort auteursrecht in het leven geroepen, het ‘uitgeversrecht’. Uitgevers zeggen dat hen dat zal helpen om van Google (en anderen) een eerlijke vergoeding te eisen voor diensten als Google News, die doorverwijzen naar nieuws. 

Maar Google heeft al laten uitschijnen dat het niet zal betalen, zoals het dat in het verleden ook altijd heeft geweigerd. Dan ontstaat er een patstelling. En zelfs als de uitgevers de buit binnenhalen, moet nog worden bewezen dat de opbrengst bij de journalisten terechtkomt. 

Dezelfde vrees heerst overigens ook over het ­artikel 13: dat de muziekmaatschappijen, en niet de artiesten, er beter van worden.

4. Wat gaat de gebruiker voelen?

Weinig tot niets. De doorsnee internetgebruiker moet wat beter oppassen met het gebruik van auteursrechtelijk ­beschermde muziek of beelden in zijn ­eigen posts op Facebook of Youtube, ­vanwege het risico dat ze door de filters geblokkeerd worden. 

Google zou er zelf trouwens ook ­beter van kunnen worden: het zou zijn (uitstekende) filters tegen betaling kunnen aanbieden aan andere sites.

Wat gebeurt er dus? Op korte termijn: niet veel. De lidstaten hebben twee jaar de tijd om de Europese richtlijn om te zetten in hun eigen wetgeving. Omdat sommige cruciale passages (bewust) nogal vaag en zelfs dubbelzinnig zijn, is het bovendien nog maar de vraag hoe rechters in de verschillende landen die regels in de praktijk zullen toepassen. 
 

Let's block ads! (Why?)

Read Again http://www.standaard.be/cnt/dmf20190326_04283255

0 件のコメント:

コメントを投稿