De prijzen zijn vorig jaar met gemiddeld 2,3 procent gestegen. Gas en elektriciteit werden flink duurder, net als voeding.
Vooral voedingswaren, tabak en alcohol maakten het leven vorig jaar flink duurder, zo blijkt uit een analyse van het Prijzenobservatorium.
Bewerkte levensmiddelen kostten vorig jaar gemiddeld 3,4 procent meer dan het jaar voordien. Zo werden oliën en vetten 7 procent duurder, en niet-alcoholische koude dranken zoals mineraalwater, frisdranken en sappen 3,8 procent. Ook melk, kaas en eieren kostten 4,7 procent meer dan het jaar voordien. Graanproducten namen met 1,7 procent in prijs toe; vooral haver werd met een prijstoename van maar liefst 19,4 procent een pak duurder.
Vlees werd 1,3 procent duurder, groenten kostten dan weer 0,5 procent minder.
Rokers moesten 6,6 procent meer neertellen voor hun tabak, en alcohol werd 2,1 procent duurder. Alleen voor koffie, thee en cacao moesten we niet meer betalen.
Ook energie ging meer kosten. Vooral de gasprijzen gingen fors omhoog, met 9,6 procent. De rekening voor elektriciteit steeg minder snel, maar toch nog altijd met 2,2 procent. Zo betaalde een doorsnee huishouden in totaal 1.040 euro voor elektriciteit en 1.368 euro voor gas. Brandstof voor de auto werd 10,7 procent duurder.
Bij de diensten kenden vooral vliegtickets, woonverzekeringen en sportdiensten een flinke prijsstijging.
Read Again http://www.standaard.be/cnt/dmf20190321_04272214
0 件のコメント:
コメントを投稿