Het gerechtelijk onderzoek naar de teloorgang van Fortis ging in oktober 2008 van start en spitste zich voornamelijk toe op de periode september 2007-april 2008. In die periode plande Fortis een kapitaalsverhoging, die werd doorgevoerd in september 2007. In de loop van het gerechtelijk onderzoek stelde onderzoeksrechter Burm zeven ex-bestuurders van de Fortis-groep en Fortisbank in verdenking omdat zij de beleggers onvoldoende zouden geïnformeerd hebben over de blootstelling van Fortis aan de gevolgen van de vastgoedcrisis in de Verenigde Staten, ten tijde van de overname van ABN Amro.
In een eerste fase besloot het Brusselse parket hen te vervolgen voor valsheid in geschrifte in de jaarrekeningen, oplichting en inbreuken op artikel 39 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Maar na bijkomend onderzoek kwam het parket tot de conclusie dat het niet zeker was dat het misdrijf van valsheid in jaarrekeningen en gebruik ervan kon worden aangetoond. Door het wegvallen van die tenlastelegging waren volgens het parket van Brussel ook de andere feiten verjaard. Bovendien was in Nederland een schikking afgesloten waarbij zo’n 290.000 beleggers zich aanmeldden om een schadevergoeding te krijgen voor een totaalbedrag van 1,3 miljard euro.
Het grootste deel van de aandeelhouders die zich burgerlijke partij hadden gesteld, hadden die schikking aanvaard en trokken hun burgerlijke partijstelling in.
Een 150-tal aandeelhouders besloot de schikking niet te aanvaarden en dringt bij monde van hun advocaat, meester Mischael Modrikamen, aan op een doorverwijzing en een proces voor de correctionele rechtbank. Meester Modrikamen bekijkt nu of hij in beroep gaat tegen de beslissing van de raadkamer.
Read Again https://news.google.com/__i/rss/rd/articles/CBMiYWh0dHBzOi8vd3d3Lmhsbi5iZS9nZWxkL2Vjb25vbWllL2FsbGUtdGVubGFzdGVsZWdnaW5nZW4taW4tZm9ydGlzLWRvc3NpZXItemlqbi12ZXJqYWFyZH5hNTU1NDVjZi_SAQA?oc=5
0 件のコメント:
コメントを投稿