Dat de Europese Centrale Bank na tien jaar crisisbeleid weer met verse stimulus moet komen, boezemt beleggers meer angst dan enthousiasme in.
In december zette voorzitter Mario Draghi nog een eerste stap naar een exit van het jarenlange stimulusbeleid, door - met de teller op 2.600 miljard euro - niet langer in bulk overheids- en bedrijfsschulden op te kopen.
Eerder in 2018 hadden toplui in Frankfurt, hoofdeconoom Peter Praet op kop, signalen dat de Europese groei aan het vertragen was, geminimaliseerd. Dat is nu niet meer mogelijk: de eigen studiedienst in Frankfurt hakt fors in de groeiprognose 2019, ook de groei- en inflatieprognoses voor 2020 en 2021 zakken.
Opmerkelijk: de ECB erkent dus zelf dat ze zeker tot 2022 haar enige doelstelling - een inflatie 'dicht bij, maar onder 2 procent' - zal blijven rateren, ondanks de massale stimulus van de voorbije jaren.
Even opmerkelijk: de aankondiging van vandaag betekent ook dat Draghi, die in oktober afzwaait, tijdens zijn ambstperiode van acht jaar nooit de rente zal verhoogd hebben. Een vaststelling die boekdelen spreekt over het geringe vertrouwen in de Europese economie, die blijkbaar nog altijd niet zonder steunwieltjes kan. Economen tobben al langer dat de ECB zonder reservewiel de volgende crisis tegemoet aan het rijden is.
Dat lijkt meteen de verklaring waarom de Grote Bocht van Draghi in tegenstelling tot die van zijn Amerikaanse collega's niet op applaus bij beleggers kan rekenen. Bel20 en Euro Stoxx50 noteren zelfs na een zeer korte positieve reactie duidelijk in het rood.
De rode cijfers komen vooral door auto's en banken, dé twee sectoren die na vier jaar surplacen de Europese beurzen dit jaar zullen maken of kraken. Banken kreunen al jaren onder de nulrentes, die de rendabiliteit van hun kernmetier - kortlopende deposito's in langetermijnkredieten recycleren - aanvreet.
Ook de autosector waarderen beleggers sinds vorig jaar op crisisniveau's, door de toxische cocktail van handelsoorlogen, nieuwe Europese milieunormen en de sneller dan verwacht troonsafstand van Koning Diesel. Donderdag was de Duitse toeleverancier Continental de jongste die met een erg sombere outlook voor 2019 was, een dag na land- en sectorgenoot Schaeffler.
De acht grootste dalers in de Euro Stoxx50 zijn dan ook autobouwers en banken: Daimler, BMW, VW, Banco Santander, SocGen, BNP Paribas, BBVA en ING.
0 件のコメント:
コメントを投稿