Het inflatiecijfer is gestegen tot 9,94 procent. Dat betekent dat het leven net geen 10 procent duurder is dan een jaar geleden. En dat is het hoogste niveau in 46 jaar. Opnieuw liggen de hoge energieprijzen, maar ook de stijgende voedingsprijzen, aan de basis.
In juli daalde het inflatiecijfer nog lichtjes, maar nu zien we opnieuw een stijging. Met andere woorden: het leven is (weer) duurder geworden. Het cijfer is in een maand tijd gestegen van 9,62 procent naar 9,94 procent. Wie vorig jaar bepaalde producten kon kopen voor 100 euro, moet daar nu dus 109,94 euro voor op tafel leggen.
En daarmee bereikt de inflatie het hoogste niveau sinds maart 1976. Toen klokten we af op 9,96 procent.
Bekijk hier de evolutie van het inflatiecijfer sinds mei 2021:
Het zijn vooral de energieprijzen die het cijfer de hoogte in duwen. Die zijn sinds augustus vorig jaar maar liefst 49,81 procent duurder geworden. Zowel de prijs van elektriciteit (57,2 procent duurder dan een jaar geleden) als aardgas (106,9 procent duurder dan een jaar geleden) ging fors de hoogte in.
Maar ook voeding wordt steeds duurder. Daarvoor betaal je nu 9,71 procent meer dan een jaar geleden. In november vorig jaar was dat nog 0,47 procent (in vergelijking met een jaar eerder). Vooral brood, granen, vlees, vis, oliën en zuivelproducten stijgen in prijs.
Een klein lichtpuntje: een aantal producten zijn ook goedkoper geworden. Voorbeelden daarvan zijn televisies, smartphones en hoofdtelefoons. Ook voor herenkleding en fruit betaal je nu iets minder.
0 件のコメント:
コメントを投稿