AchtergrondEnergiecrisis
Leden van energiecoöperaties, die inzetten op groene energie, zijn beter beschut tegen de exploderende prijzen. Terwijl andere bedrijven afhankelijk zijn van de op hol geslagen markt, zijn zon en wind nog steeds gratis.
“Ik ben er al jaren geleden mee begonnen”, zegt Ann Vermeulen, nog steeds een tevreden klant van Wase Wind. Dat bedrijf doet een beroep op de wind van het Waasland om groene stroom op te wekken.
“Het is een van de kleinere spelers”, zegt Vermeulen. “Je moet ook in de streek wonen om je bij de coöperatie te kunnen aansluiten. Maar omdat het kleinschalig is, voel je je echt bij het bedrijf betrokken. Aangezien je als coöperant ook aandeelhouder bent, word je van alles op de hoogte gehouden.”
Het gaat zulke kleine coöperaties de laatste tijd ‘voor de wind’, blijkt uit prijsvergelijkingen. Klanten van grote energiebedrijven hebben hun factuur stevig zien oplopen, onder meer door de oorlog in Oekraïne. Maar coöperanten zijn beter voor dat onheil beschut, omdat ze vooral afhankelijk zijn van de zon en de wind hier bij ons.
Een collega die aangesloten is bij Ecopower, de grootste burgercoöperatie van Europa, merkt dat zijn maandelijkse stroomfactuur de voorbije jaren nauwelijks is gestegen. Zijn factuur (gezin met drie kinderen) ging van 61 euro per maand in 2020, naar 65 euro dit jaar.
Schommelingen
Coöperaties die wind- en zonne-energie leveren kunnen zulke lage prijzen aanbieden omdat ze minder afhankelijk zijn van schommelingen op de groothandelsmarkt. Energieleveranciers die geen eigen productie hebben, moeten hun stroom daar aankopen en verkopen die door aan de consument. Alleen als er niet genoeg zon of wind is om aan de behoefte van de coöperanten te voldoen, moeten de coöperaties op de groothandelsmarkt ook op zoek naar meer stroom.
Op andere dagen is er dan weer veel wind of zon, en dus ook veel stroom. Dan verkopen de coöperaties hun elektriciteit op de markt. Omdat iedereen op zo’n moment van zijn stroom af wil, ligt de prijs dan laag.
Coöperanten zijn niet volledig gevrijwaard van de prijsstijgingen op de energiemarkt. Maar de impact is beperkt. Anders dan de gewone energiebedrijven zijn coöperaties ook niet uit op winst, maar wel op het realiseren van een duurzaam model om energie op te wekken.
Anton Gerits, coördinator van REScoop.vlaanderen, de Vlaamse federatie voor burgercoöperaties, ziet het ledenaantal jaar na jaar toenemen. “Sommige organisaties zijn nog maar een paar jaar geleden ontstaan”, zegt hij. “We zien een sterke evolutie richting groei. In Vlaanderen nemen zowat 100.000 mensen aan een coöperatie deel.”
Niet elke coöperatie is ook leverancier; zo zijn er maar enkele in Vlaanderen actief. Maar door de vraag naar goedkope groene stroom lijken ze zelfs het slachtoffer te worden van hun eigen succes. Zowel Wase Wind als Ecopower hebben een contractstop ingevoerd, waardoor ze dus geen nieuwe klanten kunnen aannemen. Bij Ecopower geldt de stop nog zeker tot het einde van dit jaar.
Waar de coöperaties tegenaan lopen, is dat ze niet zomaar windturbines in het landschap kunnen planten als nieuwe klanten zich aandienen. Als ze ergens nieuwe turbines willen bouwen, moet iedereen - lokale besturen, buurtcomités, gewestelijke overheid - zijn zegje doen. De procedures zijn complex, de ruimte in Vlaanderen is schaars. “Het is inderdaad heel moeilijk om nieuwe vergunningen te krijgen”, zegt Margot Vingerhoedt, de woordvoerder van Ecopower.
Het bedrijf hoopte op een nieuw project met zes windturbines in Mol, maar botste daar ondanks gunstige adviezen op een njet van Vlaams omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA). “Het is al even geleden dat we nog ergens konden bouwen”, zegt Vingerhoedt. “Maar ondertussen hebben we ook goed nieuws gekregen over andere projecten. In Schelle, Lille en Ranst mogen we wel starten. Rond het einde van het voorjaar zullen volgend jaar onze turbines in Schelle operationeel zijn.”
Subsidies
Coöperaties zoals Ecopower richten zich voorlopig nog vooral op windenergie op het land. Maar de laatste tijd staat hun neus ook zeewaarts. Alleen zijn windparken op zee heel grootschalige projecten en vormen ze dus voor kleine coöperaties een zware uitdaging. Vorig jaar richtten 37 Vlaamse en Waalse coöperaties samen één grote coöperatie op, Burgerwind op Zee, zodat ze samen genoeg geld bij elkaar zouden krijgen om zeewind om te zetten in stroom.
Nog een recente opdoffer voor de coöperaties is het besluit van minister Demir om subsidies voor grote zonnedaken in te trekken. Daarmee viseert Demir mega-installaties van grote privébedrijven, zoals de panelen die op de magazijnen van Katoen Natie staan, het bedrijf van Fernand Huts.
Sectorfederatie ODE Vlaanderen waarschuwt dat de maatregel en passant ook duizenden kmo’s, gezinnen en coöperaties zal treffen. “Men schiet met een kanon op een mug”, zei directeur Dirk Van Evercooren in De Tijd.
Ecopower bekijkt nu wat de maatregel voor het bedrijf betekent. De minister houdt ondertussen voet bij stuk. “Ons decreet ligt bij de adviesraden en de Raad van State”, zegt haar woordvoerder. “Zolang de adviezen niet wijzen op onwettigheden, gaan we ermee verder. Stap voor stap. Systemen in stand houden waarin alle Vlamingen jarenlang betalen voor de winsten van een minderheid, dat maakt geen deel uit van ons beleid.”
0 件のコメント:
コメントを投稿