AchtergrondPhishing
Ieder kwartier wordt er in ons land iemand online opgelicht. De slachtoffers hopen dan uiteraard dat politie en justitie nog iets voor hun kunnen doen. Weinig mensen weten dat er ook een andere manier is om gestolen geld te recupereren. Eentje waar banken al jaren zéér stil over zijn. ‘Ik zie steeds meer arresten waarin rechters banken terechtwijzen.’
Deze week nog getuigde Shanna uit West-Vlaanderen aan HLN dat ze haar kinderwens wellicht op pauze zal moeten zetten omdat online oplichters er met haar spaargeld vandoor zijn. De 28-jarige alleenstaande vrouw volgt al maanden een medische procedure om zwanger te kunnen worden, maar die kost handenvol geld. En dat heeft ze sinds kort niet meer. Een gehaaide dievenbende is ermee aan de haal.
“Ik diende klacht in bij de politie, maar de kans dat ik mijn geld terugzie is bijzonder klein”, verzucht Shanna. Er zit voor de huishoudhulp niks anders op dan hard te werken en opnieuw te sparen. Tenminste, dat denkt ze. Shanna is een van de vele Belgen die niet weet dat er nog een manier is om gestolen geld te recupereren.
Eenvoudig op papier
Sinds 2018 heeft ons land een wet die duidelijk stelt dat de bank aansprakelijk is voor het geld dat u verliest door online oplichting zoals phishing. De bank is verplicht om haar systemen zodanig te beveiligen dat dieven geen kans maken om er met uw geld vandoor te gaan. Dat is zo in de echte wereld, maar ook in de digitale wereld. Als dieven erin slagen om aan uw spaargeld te zitten, dan is het aan de bank om u dat geld terug te geven. Zo eenvoudig is het. Tenminste, op papier. Want in werkelijkheid draaien banken zich al vijf jaar in allerlei bochten om slachtoffers van online oplichters vooral niet te moeten vergoeden.
Om te beginnen zwijgen ze zedig over hun wettelijke verplichting. Ga er de website van uw bank maar op na. U zult zeer vlot informatie vinden over phishing en over manieren waarop u zichzelf kunt beveiligen, maar over het recht dat u heeft om uw geld terug te vorderen bij de bank is quasi niks te lezen. En dat is niet toevallig.
“Het is een bewuste strategie”, zegt Tom De Smet, advocaat van het Mechelse kantoor LM&DS. “Hoe minder mensen weten dat de wet bestaat, hoe beter voor de banken. Ze houden klanten liever dom.” De Smet is gespecialiseerd in zaken van mensen die online opgelicht werden. Toen HLN in juni 2021 een dossier bracht over de stille strijd die banken voeren, bevestigde hij al dat hij er een strategie in zag. “En dat is vandaag nog steeds niet veranderd.”
Sectorfederatie Febelfin ontkent dat, zegt dat banken er alles aan doen om hun klanten te beschermen tegen oplichters en dat ze ieder dossier individueel beoordelen. Maar dat overtuigt De Smet niet. “Ik hoor de sector nooit communiceren over die wet. En zelfs de overheid of politici praten er amper over. Ik vind dat vreemd.”
Het zorgt er alvast voor dat vandaag nog steeds zeer weinig mensen weten dat ze bij de bank kunnen vragen voor een terugbetaling van hun gestolen centen. En zelfs als klanten het weten, zijn banken niet geneigd om snel te storten. Vraag dat maar aan de mensen bij Ombudsfin, de onafhankelijke ombudsdienst van de bankensector. Al jaren klagen zij aan dat banken zeer weigerachtig staan tegenover terugbetalingen.
Er is een statistiek die dat aantoont. In ‘normale’ geschillen kon Ombudsfin vorig jaar in 98 procent van de gevallen een positief akkoord sluiten tussen de bank en de klant. In geschillen rond online fraude zakte dat slaagpercentage spectaculair. Amper 38 procent van de dossiers werd dan nog positief afgesloten. “Een bedroevend resultaat”, schreef Ombudsfin in haar jaarverslag. De ombudsdienst betreurt de stugge houding van de banken.
Het gaat echter verder dan koppigheid. De banken zijn ervan overtuigd dat de wet niet bedoeld is om iedereen ‘zomaar’ terug te betalen. Ze wijzen op twee voorwaarden die in de wet staan. Pas als die ingevuld zijn, heeft een klant recht op terugbetaling.
Ten eerste moet de oplichting zo ingenieus verlopen zijn dat u niet op voorhand had kunnen ontdekken dat het om fraude ging. Ten tweede mag u tijdens het proces niet ‘grof nalatig’ geweest zijn. “Die twee voorwaarden zijn in de wet gestoken om te vermijden dat mensen die flagrante blunders begaan ook recht zouden hebben op terugbetaling”, zegt advocaat De Smet. “Maar de banken maken daar misbruik van en passen de voorwaarden al jaren toe op zowat alle klanten en alle vormen van online oplichting.”
Beter opletten
Banken claimen vaak dat een klant de fraude had kunnen detecteren. “Terwijl dat in veel gevallen echt niet het geval is", zegt De Smet. “Websites worden tegenwoordig perfect nagebouwd en ook aan de telefoon klinken oplichters soms erg betrouwbaar.”
Toch menen banken vaak dat hun klanten beter hadden moeten opletten en dat ze ‘grof nalatig’ geweest zijn toen ze oplichters toegang gaven tot hun rekening. Als een bank het op die manier speelt en ook Ombudsfin kan de bank niet op andere gedachten brengen, dan rest er de gedupeerde klant maar één optie: naar de rechter trekken.
Heel wat Belgen deden dat de voorbije jaren en... kregen gelijk. “Ik zie steeds meer arresten waarin rechters banken terechtwijzen”, zegt De Smet. “Ook zij oordelen dat de wet bedoeld is om klanten maximaal te beschermen en dat het niet standaard de schuld van de klant is als hij of zij opgelicht werd. Er zijn uiteraard ook nog zaken waarin de bank gelijk krijgt, maar de rechtspraak is toch in het voordeel van de consument aan het draaien.”
Het biedt hoop voor de 41.000 mensen die jaarlijks in België slachtoffer worden van online dieven. Hun bank kan hen redden. Als ze dat wil, tenminste.
0 件のコメント:
コメントを投稿