De S&P500 schoot boven zijn hoogtepunt van februari nu beleggers en masse in Big Tech stappen.
Na een intradagrecord mag de S&P 500 nu ook een vers slotrecord op haar conto schrijven. De brede graadmeter had genoeg aan een winst van 0,2 procent om zijn vorig record aan diggelen te slaan.
Het contrast tussen de reële en de financiële economie is mee ingegeven door het feit dat Wall Street steeds minder de onderliggende economie vertegenwoordigt. Sectoren die midscheeps door de crisis worden getroffen - de luchtvaart en de horeca bijvoorbeeld - vormen een verwaarloosbaar klein deel van de S&P.
Het zijn nu vooral de techaandelen die van belang zijn, aangezien 20 procent van de S&P500 bestaat uit techreuzen als Amazon , Apple en Microsoft . Die aandelen reageren heel anders op de coronacrisis, dankzij hun enorme cashbuffers en omdat ze profiteren van de thuisblijfeconomie.
Lage rente
De techaandelen krijgen daarnaast extra duwtje in de rug door de lage rente. Wereldwijd hebben centrale banken de rentes stevig verlaagd, waardoor de huidige waarde van toekomstige winsten veel hoger is dan bij een hogere rente. Daardoor is een winst die over 10 jaar gemaakt wordt bijna net zoveel waard als een winst die volgend jaar geboekt wordt.
Juist techbedrijven zijn door hun hoge groeiprofiel erg gevoelig voor deze factor. Deze bedrijven beloven aan beleggers een stevige winstklim in de toekomst, waardoor de focus veel meer ligt op toekomstige winsten dan huidige winsten.
0 件のコメント:
コメントを投稿