De organisatie van olie-exporterende landen (OPEC+) is overeengekomen over een wel zeer beperkte verhoging van de productie in september. De Amerikaanse president Joe Biden bezocht vorige maand nog Saoudi-Arabië om een productieverhoging te bepleiten, maar het gehoopte spectaculaire resultaat is uitgebleven: er worden maar 100.000 vaten olie per dag extra voorzien, ofwel 0,1 procent van de wereldvraag.
In OPEC+ zijn de 13 OPEC-landen zoals Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, en 10 bondgenoten zoals Rusland en Mexico verenigd. De ministers van die landen stemden vandaag tijdens een onlinevergadering in met het voorstel om dagelijks 100.000 vaten extra te voorzien. Dat is 0,1 procent van de totale wereldvraag naar ruwe olie. Het gaat om een van de kleinste productieverhogingen uit de geschiedenis van de organisatie.
De krappe markt wordt door de beslissing dus extra bevoorraad, maar de toename verloopt aan een veel trager tempo dan de voorbije maanden. Voor juli en augustus werden nog meer dan 600.000 extra vaten per dag beloofd.
"Het is duidelijk dat je met die 100.000 vaten het fundamenteel plaatje niet wijzigt", zegt Erik Joly, hoofdeconoom private banking bij ABN Amro in "De wereld vandaag" op Radio 1. "Dit is een heel beperkte verhoging. De vraag is ook hoe eensgezind de OPEC+ echt is. Dit is een heel duidelijk signaal dat OPEC+ Rusland niet voor het hoofd wil stoten."
"De OPEC+ zit ook in een oncomfortabele situatie", zegt Joly. "Enerzijds is zet de beperking van Russische olie druk op de ketel bij de rest van de landen. Anderzijds wijzigt het macro-economische gegeven heel snel. De economie is momenteel wereldwijd aan het vertragen. Dat wil ook zeggen dat de vraag naar ruwe olie zal dalen. De OPEC+ zit dus gewrongen tussen twee vuren."
BELUISTER - Erik Joly legt uit welke gevolgen de beperkte toename van de olieproductie kunnen hebben in "De wereld vandaag" op Radio 1:
OPEC+ verhoogt olieproductie met strikte minimum: "Met 100.000 extra vaten zal het plaatje fundamenteel niet wijzigen"
Het nieuws doet de olieprijs stijgen naar zo'n 100 euro per vat, tegenover 98 euro voor de aankondiging. "De markten reageren altijd zo goed als onmiddellijk", zegt Joly. "Maar als de prijs op korte termijn stabiel blijft, gaan we dit maar weinig voelen aan de pomp, maar we weten natuurlijk niet hoe de olieprijs op lange termijn zal evolueren. We moeten daarvoor rekening houden met verschillende factoren."
"Aan de ene kant beschikken alleen Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten over reservecapaciteit. Er is nog andere, maar beperkte reservecapaciteit in landen als Venezuela en Nigeria, maar die is niet toegankelijk. Mocht de vraag naar olie toch nog fors stijgen, zal dat dus wel zeker leiden tot een prijsstijging."
"Aan de andere kant hebben oliebedrijven, onder druk van activistische aandeelhouders en de financiële wereld die het duurzaamheidsprincipe sterk omarmd heeft, minder geïnvesteerd in langetermijnprojecten. Ook daardoor kunnen we, als de vraag zou toenemen, in de problemen komen."
Nederlaag Verenigde Staten?
De VS en andere westerse landen hebben de voorbije maanden al meermaals aan de olie-exporterende landen gevraagd om de sluizen verder open te zetten. De Amerikaanse president Joe Biden bezocht vorige maand nog Saoudi-Arabië om een productieverhoging te bepleiten.
De grotere productie moet toelaten om de inflatie te beteugelen, die door de hoge energieprijzen wordt aangewakkerd, maar de OPEC-beslissing om het bij een verwaarloosbare toename te houden, wordt door experts beschouwd als een nederlaag voor het Witte Huis.
"Ik denk dat Biden zeker op meer gehoopt had", zegt Joly. "De tussentijdse verkiezingen in de Verenigde Staten komen er ook aan voor Biden, net op een moment dat de olieprijs hoog is. En door deze beweging zal de prijs ook niet spectaculair dalen. Dat zal hem aangerekend worden door de kiezers."
0 件のコメント:
コメントを投稿