Voor het eerst in de Nederlandse politieke geschiedenis gaat een minister met zwangerschapsverlof. Aftredend minister Liesje Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (VVD) is zwanger, en neemt eind dit jaar haar zwangerschapsrust op. Dat melden Nederlandse media. In ons land is dat al vaker gebeurd.
Voor de 40-jarige minister voelt het zwangerschapsverlof bijzonder aan. "Het zou goed zijn als het snel normaal wordt", aldus Schreinemacher aan de Nederlandse krant De Telegraf.
"Als we de politiek en andere hoge functies een aantrekkelijke en werkbare plek willen maken voor jonge vrouwen, moeten we ervoor zorgen dat hier ruimte voor is. Net zoals jonge vaders, moeten ook jonge moeders dat werk met ouderschap kunnen combineren." Ze blijft naar eigen zeggen in haar functie zolang ze fit genoeg is, en het medisch verantwoord blijft.
Schreinemacher is dan wel de eerste Nederlandse minister die in zwangerschapsrust gaat, maar bij staatssecretarissen gebeurde dat al eerder. Tussen 2004 en 2006 ging zowel Karien van Gennip (CDA) als Melanie Schultz van Haegen (VVD) twee keer met zwangerschapsverlof.
De Nederlandse zal haar verlof opnemen na de Tweede Kamerverkiezingen in het land, die midden november plaatsvinden. Ze is bij de verkiezingen geen kandidaat-Kamerlid voor de libarale partij VVD.
Hoe zit dat in de Belgische politiek?
In België is het zwangerschapsverlof voor ministers geen nieuwigheid. Zo werd Zuhal Demir (N-VA), in haar rol als staatssecretaris voor Armoedebestrijding en Gelijke Kansen in 2017, moeder en nam ze haar zwangerschapsrust op.
Enkele andere ministers gingen haar vooraf. De allereerste in de rij was Anne Van Asbroeck (toen SP.A, nu Vooruit) in 1996. Zij was toen Vlaams minister van Brusselse Aangelegenheden en Gelijke Kansen.
Ook Freya Van den Bossche (toen SP.A, nu Vooruit) werd tweemaal mama als regeringslid, eerst als lid van de federale regering en nadien als Vlaams minister.
0 件のコメント:
コメントを投稿