Aartsrivalen Mercedes-Benz en BMW voeren naar verluidt gesprekken om samen zelfrijdende auto’s te gaan ontwikkelen. Het kostenplaatje van die technologische reuzensprongen is te groot om alleen te dragen en de opbrengsten zijn nog verre toekomstmuziek.
Het moet één van de hardnekkigste vormen van rivaliteit zijn in autoland: Mercedes-Benz versus BMW. De Duitse bouwers van luxewagens zijn al sinds jaar en dag de ultieme aartsrivalen. Maar ...
Het moet één van de hardnekkigste vormen van rivaliteit zijn in autoland: Mercedes-Benz versus BMW. De Duitse bouwers van luxewagens zijn al sinds jaar en dag de ultieme aartsrivalen. Maar misschien brengt de zelfrijdende auto de twee dichter bij elkaar. Volgens de Duitse krant Handelsblatt spreken BMW-baas Harald Krüger en de innovatiedirecteur van Mercedes-moederbedrijf Daimler, Ola Källenius, over een gezamenlijke aanpak rond zelfrijdende wagens. De krant baseert zich op bronnen binnen beide bedrijven. Er zou worden gesproken over een fusie van onderzoeksafdelingen en zelfs over het uitwisselen van octrooien. Ze willen daarmee de ontwikkelingskosten optimaliseren en gemeenschappelijke industriestandaarden vastleggen.
De betrokken bedrijven willen niet op de berichten reageren. Aan De Standaard laat Mercedes weten dat ‘er nog geen officieel standpunt is en dat het verhaal gebaseerd is op speculatie’, aldus woordvoerder Bastien Van den Moortel. Een echo horen we bij BMW, dat meldt dat het verhaal ‘gebaseerd is op geruchten, en wij reageren niet op geruchten’, zegt woordvoerder Pieter De Wit. Hij voegt er in één adem aan toe dat BMW in 2021 op z’n eentje al met de iNEXT op de markt zal komen, een wagen die al verregaande autonome capaciteiten zal hebben.
Frenemies
Maar een partnership is zeker geen gek idee, stellen analisten. ‘Want de kosten om zelfrijdende technologieën te ontwikkelen zijn immens’, zegt Michelle Krebs, analiste van het Amerikaanse Autotrader ons vanuit Detroit. ‘Geen enkel bedrijf maakt daar nu winst op, of weet wanneer het dat zal doen.’
Dan houdt het perfect steek wanneer autobouwers de krachten bundelen. Zelfs al zijn het op andere domeinen concurrenten of zelfs aartsrivalen. ‘Frenemies’, wordt zo’n samenwerking wel eens genoemd, een samentrekking van de woorden friends (vrienden) en enemies (vijanden).
Zo stelde Volkswagen vorig jaar dat het 44 miljard euro zou investeren in de ontwikkeling van zelfrijdende en elektrische wagens, naast digitalisering en ontwikkeling van mobiliteitsdiensten. Maar recent kondigde het aan dat het met Ford een partnership aangaat rond zelfrijdende auto’s. Het Amerikaanse General Motors haakte zich dan weer vast aan Honda.
‘We zien partnerschappen ontstaan tussen autobouwers onderling en tussen autobouwers en technologiebedrijven’, weet Krebs. ‘Daarbij willen ze de krachten bundelen, zowel financieel, technisch, als op het vlak van mensen. Want er zijn maar een bepaald aantal ingenieurs in dit vakgebied en iedereen vecht om hen.’
Google & co.
Want zelfrijdende auto’s zijn uiteraard niet het domein van autofabrikanten alleen. Het verst gevorderd in de race is Waymo, een dochterbedrijf van Google. Eind vorig jaar kondigde het nog aan officieel te starten met het aanbieden van een robo-taxivloot in het Amerikaanse Chandler, Arizona. Maar zelfs het grote Google, met zijn diepe zakken, doet het niet alleen. Het heeft partnerships met autobouwer Fiat Chrysler en Jaguar. ‘Waymo wil de technologie aanbieden, het wil de auto’s niet bouwen’, zegt Krebs. ‘Bedrijven uit Silicon Valley, denk maar aan Tesla, hebben ingezien hoe duur en hoe moeilijk het is om auto’s te bouwen, terwijl je er maar weinig mee verdient. Dat laten ze daarom over aan de specialisten ter zake, terwijl zij de technologie ontwikkelen.’
Zulke partnerships tussen technologiebedrijven en autofabrikanten zie je vaker. Zo werkte Uber samen met Volvo. Al werden de experimenten na enkele incidenten, waaronder één waarbij vorig jaar een voetganger om het leven kwam in Arizona, op een laag pitje gezet.
De bedrijven bundelen ook krachten om te proberen eerst te zijn op de markt en om een zo groot mogelijk deel van de koek te vergaren met ‘mobiliteitsdiensten’. Aan burgers vervoer aanbieden met zelfrijdende wagens in plaats van hen auto’s te verkopen, dus. Bloomberg citeerde afgelopen zomer nog een rapport van Goldman Sachs waarin die ‘ride hailing’-markt, die nu 5 miljard dollar groot is, tegen 2030 liefst 285 miljard dollar groot zal zijn, met operationele winstmarges van 20 procent. Dat is zowat het dubbele van wat autobouwers vandaag met hun klassieke business presteren.
Maar om die markt in te palmen is er vroeg zijn belangrijk. Omdat er een grote vloot voor nodig is, en omdat je een merknaam moet in de markt zetten die even alomtegenwoordig is als ‘een Uber bestellen.’ Of, zoals ze in het Engels zeggen: the early bird catches the worm. Samenwerken is daarom cruciaal.
Op één platform
Maar officieel wordt er tussen Mercedes-Benz en BMW niet eens gepraat. Het is dus de vraag hoe een eventuele samenwerking tussen de rivalen zal uitdraaien. Er zou zelfs overwogen worden om hun kleinste automodellen – de BMW 1-reeks en de Mercedes A-klasse – op hetzelfde platform te bouwen. Al zou dat ten vroegste vanaf 2025 mogelijk zijn omdat de modellen pas vernieuwd zijn.
Volgens Handelsblatt stuiten de toplui van BMW en Mercedes-Benz intern ook op ongenoegen. De rivaliteit tussen beide bedrijven heeft diepe wortels, zelfs al werkten ze eerder samen, bijvoorbeeld toen ze met Volkswagen-dochter de kaartenleverancier Here van Nokia kochten. ‘Het zal een tijdje duren voor er een akkoord wordt bereikt’, zegt een ‘senior manager’. Maar, merkt de krant op, met Google & co., die met hun partnerships volle kracht vooruit stomen, hebben Mercedes en BMW geen zeeën van tijd meer.
0 件のコメント:
コメントを投稿