De marge voor loonsverhogingen blijft dit en volgend jaar beperkt tot 0,8 procent. Zo berekende de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB).
Elke twee jaar levert de CRB een omstandig rapport af waarin de marge wordt berekend waarmee de lonen in België omhoog mogen. Die marge houdt rekening met de verwachte loonevolutie in onze drie buurlanden: Duitsland, Frankrijk en Nederland.
Voor de periode 2019-2020 gaat het om maximaal 0,8 procent. Dat werd vanavond aan De Standaard bevestigd vanuit vakbondskringen. Officieel is dit nieuws niet. Het CRB-rapport wordt pas donderdagmiddag bekendgemaakt.
Ingewijden hadden de voorbije weken al laten verstaan dat er een beperkte marge zou zijn voor loonsverhogingen, allicht in een vork tussen 0,5 en 1 procent. Die voorspelling is dus uitgekomen.
Op basis van het CRB-rapport gaan vanaf volgende week nationale loononderhandelingen van start tussen vakbonden en werkgevers. Zij moeten uiteindelijk beslissen of het effectief 0,8 procent zal worden en op welke manier de bedrijfssectoren de marge mogen toekennen.
Koopkracht
Het is de vraag of de vakbonden de marge voldoende groot zullen vinden om de koopkracht van de werknemers te versterken. Zij hebben al herhaaldelijk gezegd dat het ‘tijd is dat de werknemers hun deel krijgen van de economische groei en de bedrijfswinsten’.
Opgelet: het gaat hier om loonopslag bovenop de klassieke loonindexering. Deze maand bijvoorbeeld zien een half miljoen bedienden hun loon met 2,16 procent geïndexeerd.
Read Again http://www.standaard.be/cnt/dmf20190116_04107744
0 件のコメント:
コメントを投稿