Chinese bedrijven kopen massaal hout op in ons land. Lokale houtzagerijen kunnen niet op tegen de hoge prijzen die ze betalen. 'Binnen twee jaar zitten we zonder grondstoffen.'
'De Chinezen kopen hier alle houtpartijen op. Als de Belgische overheden niet vlug ingrijpen, zitten we binnen twee jaar zonder grondstoffen en zijn we een café zonder bier.' Marc Peleman staat in Puurs aan het hoofd van Houtzagerij Peleman, die in 1848 door zijn betovergrootvader werd opgericht. Het bedrijf is gespecialiseerd in het uitzoeken, opkopen, opmeten, transporteren en zagen van eik voor onder meer de Belgische meubel- en parketindustrie. Hij komt net van een openbare houtverkoop maar heeft niets gekocht. Te duur. Wat zich nu op de houtveilingen afspeelt, heeft hij nog nooit meegemaakt, zegt hij.
'Chinese bedrijven kopen al enkele jaren hout op in ons land, maar nu loopt het wel de spuigaten uit. Ze bieden voor eik 40 tot 50 procent meer dan de gangbare prijs. Prijzen die wij onmogelijk kunnen betalen. Ze kopen zelfs kleine eiken op en wachten niet tot de bomen volgroeid zijn, wat ettelijke decennia duurt. Het hout gaat dan op transport in China - in die richting is zeetransport goedkoop. Daar wordt het tegen spotgoedkope lonen - een arbeider krijgt er 120 euro per maand - verwerkt. In sommige gevallen gevallen komt het hout als afgewerkt product terug naar hier. We worden als een ontwikkelingsland behandeld. Zelfs in Afrika is het niet meer toegestaan eik te kopen voor export zonder lokale verwerking. Ons land heeft nog een tiental loofboomzagerijen. Als er niets gebeurt, dreigen er verschillende te kapseizen.'
Volgens Peleman moeten dringend maatregelen worden genomen om de 'Chinese grondstoffenroof', zoals hij het noemt, tegen te gaan. 'Toen in Frankrijk op een bepaald moment bijna elke dag een houtzagerij failliet ging, omdat Chinese bedrijven daar massaal hout opkochten, voerde de overheid vaste bevoorradingscontracten in voor de Franse houtzagerijen. Duitsland nam beschermingsmaategelen. China voerde een kapverbod in voor eik. De Chinese houthandelaars zijn dus verplicht zich in het buitenland te bevoorraden.'
De Chinezen bieden op de openbare veiling voor eik 40 tot 50 procent meer dan de gangbare prijs.
In België bestaat volgens Peleman weinig animo voor het probleem. 'Dat we vijf regeringen hebben, maakt het er niet makkelijker op. Het probleem doet zich het scherpst voor in Wallonië, waar de meeste bossen liggen. Veel Waalse gemeenten kampen bovendien met geldtekort en verkopen maar al te graag bomen tegen dure Chinese prijzen. Ook de privé-eigenaars van bossen hoor je niet klagen. Gelukkig heb ik 15 jaar geleden in Chimay eikenbossen gekocht en heb ik een buffer. Maar veel houtzagerijen hebben dat niet.'
De handel naar China verloopt via Belgische traders. De twee grote zijn het Naamse ITS Wood en het Antwerpse Manuchar. Manuchar is een wereldspeler in trading en distributie van chemicaliën, maar is ook actief in de internationale handel van staal, plastic, papier en hout. Het verkocht vorig jaar 4,2 miljoen ton grondstoffen, goed voor 1,5 miljard dollar omzet, en beschikt over 450.000 m2 magazijnen. Het is in handen van Ackermans & van Haaren, de familie Maas en het management.
Ook Fedustria, de federatie van de meubel- en houtverwerkende industrie, vindt de toestand zorgelijk. Filip De Jaeger: 'De Chinezen kopen dermate grote hoeveelheden dat amper hout overblijft voor de Belgische houthandelaars en -zagerijen. Aanvankelijk kochten de Chinezen vooral loofhout - eik, beuk en populier - sinds kort kopen ze ook spar. Zelfs sparren die aangetast zijn door de letterzetter of schorskever. Dat is dan voor verpakkingshout.'
François De Meersman, de algemeen secretaris van de Houtconfederatie die de houtzagerijen en de bosexploitanten vertegenwoordigt, schat dat 80 procent van alle loofhout in ons land dit jaar is verkocht aan houttraders die werken voor rekening van Chinese opdrachtgevers. 'Zij kopen soms 80 procent van wat op de openbare veilingen wordt aangeboden. Dat betekent dat bepaalde kwaliteiten van sommige bomen - vooral eik - amper beschikbaar zijn op de lokale markt.'
Vanwaar die toenemende Chinese koopdrang komt, weet De Meersman niet. 'Er wordt gezegd dat de Chinese opkopers gesubsidieerd worden door de Chinese overheid om overal ter wereld hout op te kopen. Maar bewijzen hebben we niet.' Hij schat dat 10 procent van de bomen die ze hier kopen naar Europa terugkeert als afgewerkt product, zoals parket en meubels. 'Er zit een mechanisme achter', beaamt De Jaeger. 'Maar er gebeurt niets onwettelijk. De Europese markt is vrij.'
De Meersman verwacht dat het probleem nog acuter wordt nu Rusland heeft beslist de uitvoer van naaldhout uit het land vanaf 1 januari aan banden te leggen. 'China importeert veel hout uit Rusland. Als dat wegvalt, zal het mogelijk nog meer uit Europa en Afrika invoeren. Als binnen de zes maanden geen oplossing komt voor het probleem, vrees ik dat er Belgische zagerijen failliet gaan. '
Volgens een studie van de Houtconfederatie is het aantal houtzagerijen in ons land de afgelopen 30 jaar gedaald van 313 naar 95. Tien jaar geleden verwerkten ze nog 3,7 miljoen m3 rondhout - 3,3 miljoen m3 naald- en 370.00 m3 loofhout. Nu nog 2,9 miljoen m3 - 2,7 miljoen naald- en 217.000 loofhout. Twee derde van het loofhout wordt in Vlaanderen verzaagd. Het naaldhout wordt voor 93 procent in Wallonië verwerkt.
Fedustria en de Houtconfederatie kaartten het 'Chinese probleem' aan bij de Belgische overheden en Europa. De Jaeger: 'Europa zegt dat het geen hefboom heeft. Maar hier wordt de Belgische industrie wel flink benadeeld. Men zou regels kunnen invoeren die verplichten dat de eerste verwerking van rondhout eerst in Europa gebeurt. Men zou controle naar vermeende overheidssteun kunnen uitvoeren of exportbeperkingen opleggen. Frankrijk deed dat voor eik.'
Of dat een impact heeft op de houtprijs voor de consument? Vooral de zagerijen en de verwerkende industrie - meubelfabricanten, parketproducenten - worden getroffen, zegt De Jaeger. 'De hogere houtprijs - plus 20 à 30 procent, afhankelijk van het hout - heeft tal van oorzaken: covid, een gebrek aan producten, verbouwingsdrift, hoge transportkosten. Het is niet alleen China. We zien we dat het evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van hout aan het herstellen is.'
Uit een studie van de Bouwunie blijkt dat quasi alle schrijnwerkers en interieurbouwers kampen met levertermijnenproblemen en stijgende prijzen van producten. Dat gaat vooral over constructiehout, plaatmateriaal, osb en mdf, planken en latten, meubelbeslag, isolatie, raamprofielen, maar ook silicone, lijmen en sanitaire toestellen. Een vijfde zegt de prijsverhogingen door te rekenen aan de klant. Acht op de tien geeft aan dat hun projecten door deze problemen vertraging oplopen, gemiddeld een zestal weken. Bijna iedereen heeft volop werk. De helft is op zoek naar extra werkvolk.
'De Chinezen kopen overal grondstoffen en worden oppermachtig', zegt Peleman. 'Dat heeft een algemene impact. Ik vraag me af of men zich daar terdege van bewust is. Als we niet oppassen stevenen we af op een ramp.'
0 件のコメント:
コメントを投稿