ING heeft beslist om tijdelijk de kredieten aan de Luxemburgse groep Socfin stop te zetten. Dat schrijft het Franstalige onderzoekstijdschrift Médor. De bank schort de samenwerking met het bedrijf van de Brusselaar Hubert Fabri op tot al zijn palmolieplantages een duurzaamheidslabel hebben.
Uit onderzoek van onderzoekstijdschrift Médor blijkt dat Socfin zeer slecht scoort met haar palmolieplantages. Enkel de Indonesische dochter Socfindo heeft een RSPO-label (Roundtable on Sustainable Palm Oil). Met dat label, dat natuurorganisatie WWF in 2004 lanceerde, engageren palmoliebedrijven zich vrijwillig om op duurzame wijze te produceren.
ING besliste daarom om de samenwerking met Socfin voorlopig stop te zetten. De voorbije jaren kende de bank een lening van 15 miljoen euro toe aan Socfin, en stond de bank het bedrijf bij een obligatie-uitgifte van 80 miljoen euro bij. Hubert Fabri is meerderheidsaandeelhouder en voorzitter van de raad van bestuur. Een andere Belg, Luc Boedt, is ceo. De Franse miljardair Vincent Bolloré heeft een belang van bijna 38 procent.
Palmolieproductie onder vuur
Verschillende ngo’s hielden in oktober een protestactie aan het ING-hoofdkwartier in Brussel opdat ING haar eigen duurzaamheidsbeleid zou toepassen. De actie was gericht tegen de financiering van Socfin. Het Belgisch-Luxemburgs palmoliebedrijf zou de oorzaak zijn van verscheidene wantoestanden op hun plantages, luidde het bij de actievoerders.
Ook het label an sich ligt onder vuur. Ngo’s waaronder Oxfam, Fian en 11.11.11 in België publiceerden een jaar geleden een rapport onder de titel ‘De mythe van Duurzame Palmolie’. Er is al langer kritiek op de palmolieteelt, onder andere omdat die tot ontbossing leidt.
Hubert Fabri - door zijn vele rubberplantages ook wel ‘de rubberkoning’ genoemd - werd in oktober in beroep nog vrijgesproken van fraude en witwassen bij palmolie- en rubberactiviteiten van Socfin in Afrika en Zuidoost-Azië.
Read Again http://www.standaard.be/cnt/dmf20190306_04235609
0 件のコメント:
コメントを投稿