NieuwsMobiliteit
De Chinese constructeur BYD was bij de aanbesteding voor de elektrische bussen van De Lijn minstens 20 procent goedkoper dan de andere bieders. Dat blijkt uit het gunningsverslag, dat De Standaard via de wet op openbaarheid van bestuur kon opvragen. Maar op duurzaamheid en waarborg deed BYD het slechter dan de rest.
De Lijn kondigde begin dit jaar aan dat het 92 nieuwe elektrische bussen bij het Chinese BYD zal bestellen. Dat het overheidsbedrijf koos voor een Chinese constructeur en niet voor de Belgische busbouwer Van Hool, lokte heel wat verontwaardiging uit.
Voor duurzaamheid (hoe energiezuinig de bussen rijden) kreeg BYD met 7,7 op 10 de laagste score, zo blijkt nu volgens De Standaard uit het gunningsverslag. Eén partij behaalde het maximum van de punten, de andere aanbieders schommelden tussen 8,2 en 8,8. Bij het criterium waarborg was BYD de enige aanbieder die niet het maximum behaalde, omdat het minder garantie geeft op de batterijen.
Lees ook
Dat het Chinese BYD bussen voor De Lijn mag bouwen, is om meerdere redenen erg problematisch
‘Europa ligt te slapen achter het stuur’: waarom de Chinese elektrische wagen de markt verovert
Daartegenover staat dat BYD fors goedkoper kon leveren dan de concurrenten. De Chinese constructeur specialiseert zich al jaren in elektrische voertuigen en controleert daarbij de volledige keten, inclusief de productie van batterijen. BYD kreeg al miljarden steun van Peking.
In een korte reactie zegt De Lijn-voorzitter Johan Sauwens dat de prijs inderdaad een doorslaggevende factor is geweest bij de keuze voor BYD. “Ik merk wel op dat er geen enkel bezwaar is aangetekend tegen de gunning. Dat was in het verleden weleens anders.”
0 件のコメント:
コメントを投稿