OverzichtEnergie
Terwijl dikke winterjassen stilaan hun jaarlijkse comeback maken in het straatbeeld, wordt het ook binnenshuis kouder. Met deze kleine en grote tips van energie-experts houdt u het warm (en duurzaam).
1. Beter isoleren is minder verwarmen, maar er is één isolatiemateriaal waarvoor je moet opletten
De verwarming van uw woning is de grootste energievreter. Voor wie gas gebruikt voor verwarming, warm water en om te koken, gaat volgens Stijn Verbeke, energie-expert bij VITO/EnergyVille, zo’n 80 tot 90 procent van het verbruik naar verwarming. Isoleren blijft daarom op langere termijn een van de belangrijkste ingrepen. “Doorgedreven isolatie kan de warmtevraag met 90 procent beperken”, zegt Verbeke.
Isoleren is dus belangrijk. Maar waar begin je best en met welke materialen doe je dat op een duurzame manier? Voor de isolatie van een hellend dak raadt renovatiebegeleider Astrid Ghyseleneerder natuurlijke materialen als houtwol en vlas aan. “Het zijn interessante materialen omdat ze in de zomer ook wat warmte absorberen, en je huis dus koeler houden. Op hete dagen kan dat toch een paar graden verschil opleveren. Ook op vlak van akoestische isolatie scoren die materialen goed.”
Er is maar één isolatiemateriaal waarvan de renovatiebegeleider zou wegblijven: “Gespoten polyurethaan (pur), bij de plaatsing daarvan is er een ongecontroleerde uitstoot van drijfgassen, die belastend zijn voor het milieu.”
2. Stel uw verwarmingsketel beter af
Een eenvoudigere ingreep is de stooktemperatuur van de verwarmingsketel verlagen. “De installateur stelt die vaak hoog in, op pakweg 75 graden”, zegt energie-expert Joannes Laveyne (UGent).
“Maar bij zo’n hoge temperatuur werkt een condensatieketel minder efficiënt. Kijk hoeveel je die temperatuur kunt laten zakken – tot 60 of misschien zelfs 50 graden – zonder dat je je woning niet meer goed kan verwarmen. Dat levert al snel een besparing van 10 procent op.”
3. Gebruik restwarmte van de keuken
In de keuken gebruik je sowieso al heel wat energie om het eten op te warmen. Er zijn enkele trucjes die maken dat je minder warmte verloren laat gaan. Als je spaghetti wil koken, moet je bijvoorbeeld eerst een pot met warm water aan het koken brengen. “In plaats van dat water nadien zomaar weg te gieten, kan je de warmte gebruiken voor de kamer”, zegt energie-expert Alex Polfliet. “Pas als het water helemaal is afgekoeld, kun je het weggieten. Als je dat vroeger doet, ben je eigenlijk gewoon warmte in het riool aan het gieten.”
Ook met de warmte van de oven vallen zaken te doen. Laat die gerust openstaan zodra je pizza of ovenschotel klaar is. Op het eerste gezicht zijn dit allemaal heel kleine dingen, maar alles samen kunnen ze volgens Polfliet wel degelijk een groot verschil maken. “Je mag dat zeker niet onderschatten”, zegt de energie-expert. “Alle gedragsveranderingen samen – ik heb het dan ook over het één graad lager zetten van de verwarming – kunnen een verschil maken van 15 tot 20 procent in je energieverbruik.”
4. Zet de verwarming ‘s nachts uit
Zelfverklaarde experts menen weleens dat een verwarmingssysteem te vergelijken is met de motor van een auto. Net zoals een wagen meer benzine verbruikt wanneer hij vanuit een stilstaande positie naar een topsnelheid moet optrekken, zou er meer gas nodig zijn om een woning waarin de verwarming uitstond weer op te warmen.
Volgens energie-expert Stijn Verbeke (UAntwerpen en EnergyVille/Vito) is daar niets van aan. Hij vergelijkt ’s nachts stoken liever met water pompen in een emmer waar een gat in zit. Er gaat namelijk heel wat energie verloren wanneer de binnen- en buitentemperatuur sterk van elkaar afwijken. Door de verwarming ’s nachts af te zetten, neemt dat verschil geleidelijk aan af en is er dus ook steeds minder energieverlies. ’s Ochtends moet de verwarming dan wel wat harder draaien, maar het totaalverbruik ligt uiteindelijk lager. “Het kan een verschil van 5 tot 10 procent opleveren”, zegt Verbeke. Op jaarbasis kan het daarmee om een besparing van honderden euro’s gaan.
5. Controleer of uw woning geschikt is voor een warmtepomp
Een duurzamere maar ook duurdere maatregel is de warmtepomp. Die past in steeds meer woningen en wordt de verwarming van de toekomst genoemd. Er komt echter heel wat bij kijken, zo moet u om te beginnen kijken of uw woning überhaupt geschikt is voor een warmtepomp.
Bij nieuwbouwwoningen is een gasaansluiting vooralsnog pas vanaf 2025 verboden. U kunt dus nog steeds voor een gasketel opteren. “Maar bij nieuwbouw is een warmtepomp een no-brainer”, zegt energie-expert Maarten De Groote (VITO/EnergyVille).
Een vuistregel bij een warmtepomp is: hoe lager de temperatuur die ze moet opwekken, hoe efficiënter ze kan werken, en hoe interessanter het wordt. Om op lage temperatuur uw woning te kunnen verwarmen, moet die voldoende goed geïsoleerd zijn. En dat zijn nieuwbouwwoningen sowieso.
Volgens de Organisatie Duurzame Energie (ODE) is een warmtepomp hoe dan ook interessant vanaf EPC-label A. “Woningen gebouwd vanaf 2006 zijn in principe klaar voor een warmtepomp”, zegt Dirk van Evercooren (ODE). Voor oudere woningen hangt dat af van hoe goed ze achteraf nog zijn geïsoleerd. Goede dakisolatie is een must. Spouwmuren en keldervloeren isoleren zijn mogelijk vrij goedkope bijkomende ‘quick wins’.
Een goede test om na te gaan of uw woning ‘warmtepompklaar’ is, is op een koude winterdag de verwarmingsketel eens op 50 à 55 graden Celsius te zetten, in plaats van op 70 of 80 graden. Krijgt u dan nog steeds uw huis verwarmd, dan is ook een warmtepomp een te overwegen optie.
Verschillende artikels in dit overzicht verschenen voor het eerst bij De Morgen toen de energieprijzen recordhoogtes bereikten in 2022. Bovenstaande tips zijn opnieuw bekeken door de redactie.
0 件のコメント:
コメントを投稿