De investeringen in de bouw van sociale woningen kabbelden jarenlang op een te laag niveau. Bij haar aantreden beloofde de Vlaamse regering jaarlijks minstens 833 miljoen euro ter beschikking te stellen van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Dat bleek een loze belofte. Door de coronacrisis en de fusieoperatie van huisvestingsmaatschappijen, waar minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) op aandrong, viel het investeringsniveau zelfs terug, waardoor de gereserveerde budgetten niet uitgegeven raakten.
Dit jaar is het dan toch gelukt. 841,6 miljoen euro is zelfs meer dan het vorige record uit 2015. De fusie van de 134 huisvestingsmaatschappijen tot 41 grotere woonmaatschappijen is midden dit jaar afgerond. Diependaele hoopt dat de hervorming nu een “gamechanger” wordt op de lange termijn.
“Vandaag kan ik alleen maar vaststellen dat de fusie de juiste keuze was”, zegt hij. “We halen ons beste jaar ooit wat de toegewezen bedragen aan nieuwbouw en renovatie in sociaal wonen betreft. Elke euro die uitgetrokken werd, is ook uitgegeven.”
Hoeveel woningen met dat budget gebouwd of gerenoveerd worden, is nog niet bekend. De noden zijn hoe dan ook nog zeer groot, met een wachtlijst van meer dan 176.000 kandidaat-huurders. De hervorming is overigens nog niet helemaal afgewerkt. Het sluitstuk moest een centraal inschrijvingsregister zijn, waardoor kandidaat-huurders kunnen nagaan waar ze op de wachtlijst staan. Maar het zal tot 18 maart volgend jaar duren voor dat mogelijk is.
Tegenover de hogere investeringen staan ook strengere regels voor de potentiële huurders van een sociale woning. Vanaf volgend jaar wordt gecontroleerd hoe groot het vermogen van een kandidaat-huurder is, los van zijn inkomen. Kandidaten die de afgelopen tien jaar minstens vijf jaar in de gemeente van de huisvestingsmaatschappij hebben gewoond, krijgen voorrang.
Begin 2025 moeten daar nog nieuwe regels bijkomen. Een sociale woning zal niet meer voor het leven zijn. Om de negen jaar wordt gecontroleerd of de betrokkenen nog in aanmerking komen. Nu heeft 80 procent van de sociale huurders een contract van onbepaalde duur. Er komt ook een doorstroompremie, die kan oplopen tot 2.500 euro netto, voor werkende huurders die overstappen naar de private huurmarkt en daar een hogere huur betalen.
“Omgekeerde wereld”
Het meest omstreden is het akkoord in de Vlaamse regering om ook werkende kandidaat-huurders bij de toekenning van een sociale woning voorrang te geven op niet-werkenden. Van de 185.000 sociale huurders is vandaag 21 procent niet aan het werk, terwijl ze dat wel zouden kunnen. Diependaele wil hen nu stimuleren om werk te zoeken. Negen procent van hen is overigens al ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB.
Armoede- en huurdersorganisaties reageren kritisch. Zij vrezen dat de meest kwetsbare huurders uit de boot zullen vallen. “Dit is de omgekeerde wereld”, reageert Joy Verstichele van het Vlaams Huurdersplatform. “Zonder duurzame woonoplossing kunnen kwetsbare mensen geen stappen vooruit zetten.”
Het is maar de vraag of het zo’n vaart zal lopen. De hoofdvoorwaarde voor de toekenning van een sociale woning blijft de band met de gemeente: een werkloze kandidaat-huurder uit een gemeente zal dus voorrang krijgen op een werkende kandidaat-huurder uit een andere gemeente. Om de regeling te kunnen laten ingaan, is er bovendien nog een decreetswijziging nodig. De tijd daarvoor is krap, gelet op de nakende verkiezingscampagne.
Voor Gert Eyckmans, de directeur van de koepelorganisatie van Vlaamse woonmaatschappijen Initia, is het duidelijk: “De maatregelen lijken een manier om de aandacht af te leiden van de fundamentele problemen.”
Read Again https://news.google.com/rss/articles/CBMiMWh0dHBzOi8vd3d3LnN0YW5kYWFyZC5iZS9jbnQvZG1mMjAyMzEyMjZfOTU0NzI2MDLSAQA?oc=5
0 件のコメント:
コメントを投稿