De meer dan 450.000 bedienden in paritair comité 200, of grofweg een kwart van alle Belgische bedienden, zullen hun loon in 2019 naar verwachting zien stijgen met 2,17 procent. Dat becijferde HR-bedrijf Acerta dinsdag.
In PC 200 worden de lonen steevast in januari geïndexeerd voor de levensduurte. In januari van dit jaar was er 1,83 procent opslag, nu zou het dus bijna 2,2 procent zijn.
Er is wel een kanttekening bij dat cijfer: de berekening gaat ervan uit dat het indexcijfer (de afgevlakte gezondheidsindex) in december even hoog is als in november. Voor het definitieve cijfer is het dus wachten tot de inflatiecijfers van december.
Het gaat, net als begin 2018, om het hoogste cijfer sinds 2013 (2,35 procent). De voorgaande jaren was er minder opslag in PC 200. Die jaren was er een lagere inflatie en ook een indexsprong zorgde voor magere indexaties. In 2017 was er een indexatie van 1,13 procent en in 2016 0,43 procent. In 2015 was er amper indexatie (0,03 procent) en in 2014 1,02 procent.
Andere sectoren
De indexering van de lonen verschilt van sector tot sector. Voor sommige sectoren gebeurt dat bijna maandelijks, voor anderen per kwartaal, halfjaar of jaar. Maar voor een grote groep gebeurt de indexering in januari.
Naast de bedienden van PC 200, dat een diverse groep van sectoren vertegenwoordigt, gaat het ook om de werknemers uit de voedingsnijverheid, de handel in voedingswaren, de primaire sector of nog bijvoorbeeld de casinobedienden.
‘Werkgevers houden meestal rekening met een gemiddelde stijging van de loonkost van 3 procent elk jaar. Als het inderdaad klopt dat de loonindexering voor bedienden in de privésector uitkomt op +2,17 procent procent, dan blijft er nog maar weinig marge over voor eventuele individuele loonsverhogingen’, voegt Dirk Wijns van Acerta Consult toe. Hij wijst erop dat ook zaken als opleiding, vakantie, mobiliteit-, werktijd- en werkplekopties deel kunnen uitmaken van het verloningspakket.
Alleszins komt de indexering meestal bovenop de ruimte voor opslag die de sociale partners in de Groep van 10 tweejaarlijks vastleggen. Nu loopt het interprofessionele akkoord van 2017-2018, dat maximaal 1,1 procent opslag toelaat bovenop de index, ten einde. Het nieuwe loonoverleg moet later nog starten, op basis van het CRB-rapport (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) over de loonkloof tegenover de buurlanden.
Read Again http://www.standaard.be/cnt/dmf20181127_03991303
0 件のコメント:
コメントを投稿